Luchtvervuiling kan de invloed van gewone door de lucht
verspreide allergenen vergroten
Een tweetal luchtverontreinigende stoffen, die
gekoppeld zijn aan de klimaatverandering, zouden ook in belangrijke
mate kunnen bijdragen aan de ongekende stijging van het aantal
mensen dat niest, snuift en proest gedurende het
allergiejaargetijde. De twee gassen, stikstofdioxide en ozon op
grondniveau, lijken chemische reacties op te roepen in bepaalde door
de lucht verspreide allergenen, die hun werking kunnen
versterken.Dat, gecombineerd met wereldwijde klimaatveranderingen,
zou helpen verklaren waarom door de lucht verspreide allergieën nu
steeds vaker voorkomen.
Deze bevindingen zullen vandaag worden
gepresenteerd op de 249e Nationale Bijeenkomst en Tentoonstelling
van het Amerikaanse Chemische Genootschap (ACS), het grootste
wetenschappelijke genootschap ter wereld. Op de bijeenkomst worden
bijna 11.000 rapporten gepresenteerd over nieuwe ontwikkelingen in
de wetenschap, en andere onderwerpen. Het wordt hier gehouden tot en
met donderdag.
“Wetenschappers hebben lang vermoed dat luchtvervuiling en
klimaatverandering betrokken zijn bij de wereldwijde toename in
allergieën. De verklaring voor de onderliggende chemische processen
hiervoor is lang ongrijpbaar geweest” zegt Ulrich Pöschl, PhD, van
het Max Planckinstituut in Duitsland. “Ons onderzoek is slechts een
beginpunt, maar het lijkt te suggereren hoe chemische veranderingen
in allergene proteïnen optreden en hoe die de mate van allergeniteit
kunnen beïnvloeden.”
In Amerika leiden 50 miljoen mensen aan neusallergieën, volgens het
Amerikaanse College van Allergie, Astma en Immunologie. En dit
aantal is aan het toenemen. In voorgaand werk hebben Pöschl;
Christopher Kampf, PhD; Manabu Shiraiwa, PhD; en collega’s aan het
Max Planckinstituut onderzocht hoe allergie veroorzakende stoffen in
de lucht veranderen. Verder bouwend op dat werk besloten ze om
dieper te gaan graven naar hoe dat gebeurt, en te onderzoeken hoe
aan het verkeer gerelateerde luchtverontreinigingen de werking van
deze allergenen zouden kunnen versterken.
In laboratoriumonderzoeken en computersimulaties
onderzochten ze de effecten van verschillende niveaus van ozon en
stikstofdioxide op het belangrijkste allergeen uit berkenstuifmeel,
Bet v 1.
De onderzoekers bepaalden dat ozon – het
belangrijkste bestanddeel van smog – een aminozuur genaamd Tyrosine
oxideert, dat behulpzaam is bij de vorming van Bet v 1 eiwitten.
Deze transformatie zet een chemische kettingreactie in beweging, die
te maken heeft met reactieve zuurstof tussenvormen, en kan eiwitten
samenvoegen, daarbij hun structuur veranderend en hun potentiële
biologische effecten. Wanneer dit optreedt, kunnen de kruislings
gekoppelde eiwitten krachtiger allergenen worden, volgens Kampf.
Het team van Pöschl ontdekte ook dat stikstofdioxide, een component
van autouitlaatgassen, de polariteit en bindingscapaciteiten lijkt
te wijzigen van Bet v 1 allergene eiwitten. Dit, gecombineerd met de
effecten van ozon, zou de immuunreactie van het lichaam op deze
deeltjes kunnen voorspellen, vooral in vochtige, natte en smog
omstandigheden, zo voorspellen de onderzoekers.
De wetenschappers zijn van plan om ook andere
gewijzigde allergene eiwitten in het milieu te identificeren en
hopen, in samenwerking met biomedische onderzoekers, hun effect te
bestuderen op het menselijke immuunsysteem, dat ook door andere
fysiologische factoren beïnvloed zou kunnen worden.
“Ons onderzoek laat zien dat chemische
veranderingen in allergene eiwitten een belangrijke rol zouden
kunnen spelen in de wereldwijde toename in het optreden van
allergieën,”zegt Kampf. “Met stijgende hoeveelheden aan deze
verontreinigingen zullen we meer van die eiwitveranderingen krijgen,
en die eiwitveranderingen zullen, op hun beurt, het allergene
vermogen van de eiwitten beïnvloeden.
Vertaling: Manette Schönfeld