Overslaan van maaltijden draagt bij aan abdominale
gewichtstoename
Studie toont hevige schommelingen van de insuline
en invloed op de lever.
Een nieuwe studie bij dieren suggereert dat
overslaan van maaltijden een reeks metabole gevolgen heeft wat kan
resulteren in abdominale gewichtstoename.
In de studie, ontwikkelden muizen die al hun
voedsel tijdens één enkele maaltijd opaten en de rest van de dag
vastten, insulineresistentie in de lever - wat wetenschappers
beschowen als een veelbetekenend teken van prediabetes. Wanneer de
lever niet reageert op insulinesignalen die doorgeven te stoppen met
de productie van glucose, wordt extra suiker in het bloed opgeslagen
als vet.
Deze muizen werden aanvankelijk op een beperkt
dieet gezet en verloren gewicht in vergelijking met degene die
onbeperkt toegang hadden tot voedsel. De muizen met beperkt dieet
wonnen in gewicht wanneer terug calorieën werden toegevoegd aan hun
dieet.
Vet rond hun middel - het equivalent aan
menselijke buikvet - woog meer bij de muizen met beperkt dieet dan
bij de muizen die de hele dag vrij konden knabbelen. Een overmaat
van dit soort vet wordt geassocieerd met insulineresistentie en
risico op type 2 diabetes en hartziekte.
"Dit geeft de ondersteuning aan het idee dat
kleine maaltijden gedurende de dag nuttig kunnen zijn voor
gewichtsverlies, al is dat niet praktisch voor veel mensen," zei
Martha Belury, hoogleraar humane voeding aan de Ohio State
University en hoofdauteur van de studie. “Je doel mag zeker niet
zijn om maaltijden over te slaan om calorieën te besparen, omdat dit
grote schommelingen teweeg brengt in de insuline en glucose wat je
confronteert met meer vet in het lichaam.”
Het onderzoek is online gepubliceerd in het
Journal of Nutritional Biochemistry.
Belury en collega's konden hun bevindingen
koppelen aan de menselijke neiging om maaltijden over te slaan
omwille van de verwachtingen die ze hadden - op basis van eerdere
werk - met muizen op dieet. Gedurende drie dagen ontvingen de thesis
muizen de helft van de dagelijkse calorieën die werden verbruikt
door de muizen van de controlegroep. Voedsel werd geleidelijk
toegevoegd tot dag zes wanneer alle muizen dezelfde hoeveelheid
voedsel per dag kregen.
De muizen die op dieet waren gezet ontwikkelden
een vreetgedrag dat aanhield gedurende het hele onderzoek, wat
betekent dat ze klaar waren met hun dagvoedsel in ongeveer vier uur
om dan te vasten gedurende de komende 20 uur.
"Mensen hoeven dit gedrag niet per se over een
periode van 24 uur te vertonen maar het doel van sommige mensen is
toch slechts één maaltijd per dag te eten.”
Het vreetgedrag en vasten bij muizen beïnvloedt
het metabolisme wat de onderzoekers toeschrijven aan de piek en dan
ernstige daling van de productie van insuline. Bij muizen die vraten
en vastten zagen de onderzoekers verhogingen van ontsteking en
hogere activering van genen die de opslag van vetmoleculen en
vollere vetcellen promoten - vooral in de buikstreek - in
vergelijking met de muizen die de hele dag knabbelden.
Voor de controle van de insulineresistentie
gebruikten de wetenschappers een geavanceerde technologie om de
glucoseproductie te detecteren. De lever stuurt glucose uit wanneer
het signalen ontvangt dat de insulineniveaus te laag zijn -
bijvoorbeeld, terwijl de mensen slapen stuurt de lever glucose naar
de hersenen. Deze productie stopt na een maaltijd, wanneer insuline
wordt vrijgegeven door de alvleesklier en zijn voornaamste taak
uitoert nl. het verwijderen van suiker uit het bloed en het sturen
van glucose naar meerdere soorten cellen die het absorberen voor
energie.
Met dit technisch onderzoek vonden Belury en
collega's dat glucose achterbleef in het bloed van muizen die vraten
en vastten - wat betekent dat de lever geen insulineboodschap kreeg.
"Wanneer de lever niet wordt gestimuleerd door
insuline en de glucose output van de lever hoger is betekent dit dat
de lever niet reageert op signalen voor het stilleggen van de
glucoseproductie" zei Belury. "Deze muizen hebben nog geen type 2
diabetes, maar ze reageren niet meer op insuline en die toestand van
insulineresistentie wordt aangeduid als prediabetes."
Insulineresistentie geeft risico op buikvet ook
wit vetweefsel genoemd, dat energie opslaat.
"Hoewel de muizen die vraten en vastten ongeveer
hetzelfde lichaamsgewicht hadden als de controle muizen, was het
vetweefsel deposito zwaarder. Als je meer suiker in het bloed pompt
zal de adipose glucose opslaan. Dat maakt een gelukkige vetcel - die
je echter niet hebben wil. We willen minder van die cellen om het
vetweefsel te reduceren”, zei Belury.
Vertaling: Andre Teirlinck
Ontvang iedere vrijdag de laatste nieuwtjes en videos