De cruciale keuze tussen digitale verdeeldheid en analoge
heelheid
Door Dirk van Beek
Nog meer dan vroeger de kerk beheerst vandaag de
dag digitale technologie ons hele leven, of we dat nou willen of
niet. Net als geloof splitst digitale technologie onze samenleving
in fanatieke voor- en tegenstanders. Dit artikel tracht enige
duidelijkheid te scheppen over dit onmiskenbare fenomeen. Om alles
in perspectief te plaatsen moeten we terug naar de eind 17e/18e
eeuwse Verlichting gevolgd door de Industriële Revolutie. In die
periode stuurde een aantal, tot voor kort ten onrecht bejubelde
filosofen en wetenschappers de dominante westerse “beschaving” een
bepaalde richting op. Mensen als Descartes, Bacon en Leibnitz legden
de basis van de hedendaagse samenleving en technologische
ontwikkelingen.
Descartes` uitspraak “ik denk dus ik besta”, Bacon
`s “de natuur is als een klok die naar willekeur opgesplitst kan
worden” en Leibniz` tweetallige stelsel van nullen en enen, vormden
de aanzet om de rug toe te keren naar de natuur en onze gevoelens.
Langzamerhand werd ons brein denken dominant aan onze tweede bron
van kennis, onze (ziels)intuïtie. Door deze ontwikkelingen zou de
Verlichting eigenlijk de Verduistering moeten heten. De tot dan toe
als bezield ervaren natuur werd steeds minder als een holistisch,
levend systeem beschouwd maar als iets anorganisch waar de mens geen
onderdeel van uitmaakt maar boven staat en mee kan doen wat hij wil.
Dat foutieve wereldbeeld vormde de basis voor de daarop volgende
Industriële Revolutie.
Die revolutie heeft zich in eenzijdige richting
doorontwikkeld, steeds verder weg van de natuur. Ratio, wetenschap
en technologie verdrukken tot op de dag van vandaag onze intuïtie en
de natuur(wetten). In technologisch opzicht vertaalt zich dat van de
stoommachine die nog gebruik maakte van water en vuur via elektrisch
aangedreven, mechanische machines en diverse tussenontwikkelingen
naar nu en in de nabije toekomst solar powered, overwegend
synthetische, zelfdenkende, digitale structuren, al dan niet van
nano formaat, bestemd om oorspronkelijk biologisch en bezield leven
te vervangen. Er voltrekt zich stapsgewijs een tweede, alternatieve
schepping gebaseerd op een ander concept van bewustzijn.
Omdat niet meer de natuur en haar wetten de basis
vormt maar een virtual reality gebaseerd op zielloze, kunstmatige
intelligentie, mag deze ontwikkeling terecht als tegennatuurlijk en
onmenselijk worden beschouwd.
De Digitale Revolutie vanuit een spiritueel
perspectief
Voor de digitale revolutie aan het eind van de 20e eeuw zijn intrede
deed was alles nog analoog. Digitaal komt van het Latijnse woord
digitus dat vinger betekent en refereert aan tellen en
(afzonderlijke) cijfers. Daar tegenover staat analoog dat duidt op
verbinding, overeenkomstigheid en continuïteit. De termen digitaal
en analoog hebben alles te maken met overdracht van informatie van
bijvoorbeeld licht of geluid. We zijn ons onvoldoende bewust van het
cruciale verschil tussen deze tegengestelde technologische
concepten. Terwijl digitale data slechts een afzonderlijke waarde
kunnen aannemen is dat bij analoge data elke mogelijke waarde tussen
twee uitersten. Anders gezegd, bij digitale technologie wordt het
oorspronkelijke signaal gesplitst in afzonderlijke, trapsgewijze
stromen bits doorgegeven, terwijl dat bij analoge overdracht
continu, traploos en glijdend plaatsvindt. Bij digitaal wordt het
verband dus verbroken en bij analoog blijft de verbinding intact.
Concluderend, zoals elk materieel aspect een spirituele tegenhanger
heeft, kan het verschil spiritueel vertaald worden in “digitale
verdeeldheid en polarisatie (nullen en enen)” tegenover “analoge
eenheid en heelheid”. Is het toevallig dat onze huidige maatschappij
gekenmerkt wordt door tweespalt en polarisatie van partijen en
standpunten?
Niet alle technologie brengt vooruitgang: het digitale Paard van
Troje
Voor de onbewuste mens staat elke technologie synoniem voor
vooruitgang en verbetering. Dat komt ons echter duur te staan want
vele synthetische chemicaliën en technologieën blijken achteraf
schadelijk voor mens en natuur, van asbest tot siliconen implantaten
en van kunstmatige zoetstoffen en insecticiden tot nucleaire energie
en digitale, vooral draadloze technologie. Als we ons hier beperken
tot de laatste, dan heeft de “vooruitgangsworst” die ons constant
wordt voorgehouden, uitstekend gewerkt. Zozeer zelfs dat we
verslaafd zijn geraakt aan het “comfort” van altijd bereikbaar zijn
en alles kunnen opzoeken. Toegegeven, digitale technologie heeft
veel mogelijk, sneller en eenvoudiger gemaakt maar wel tegen een
onacceptabel hoge prijs. Als we kijken naar wat het ons heeft
gebracht of nog zal brengen, is dat ronduit huiveringwekkend. Waar
praten we dan eigenlijk over? Allereerst staat vast dat de digitale
revolutie heeft gezorgd voor het wereldwijd fors oplopen van de
werkeloosheid en een grote toename van economische en sociale
ongelijkheid. En dan moet de binnenkort komende verregaande
robotisering van de maatschappij nog komen. Het oorspronkelijke idee
dat digitale technologie ons allemaal meer vrijheid, welvaart en
welzijn zal brengen, berust op een mythe.
Ten tweede onze privacy die 24/7 op elk gebied wordt ondermijnd.
Door alles te digitaliseren en mega bestanden wereldwijd met elkaar
te verbinden wordt onze persoonlijke vrijheid stap voor stap
teruggebracht tot een nieuwe vorm van slavernij aan een elite die de
beschikking heeft over alle data en middelen en naar willekeur
daarmee kan manipuleren. Alhoewel gewone criminaliteit langzaam
afneemt, springt cybercriminaliteit meteen in het opengevallen gat
dus eigenlijk verbetert er op dit gebied niets. Het kunnen betalen
per smartphone vanaf een bankrekening in de “cloud” tezamen met het
voor 2020 gepland staande “Internet of Things”, zal hacken en
internetfraude alleen nog maar fors doen toenemen. Mensen die
beweren niets te vrezen omdat ze niets te verbergen hebben, regeren
in onbenul omdat één “foutieve” inbreng of kleine malversatie in het
systeem voor iedereen tot desastreuze consequenties kan leiden. De
aloude vraag wordt dan ook met de dag nijpender: “wie controleert de
controleurs”?
Het derde probleem ligt bij een normaal om de zoveel tijd optredende
natuurramp zoals een zonnestorm, orkaan, tsunami of aardbeving. Onze
globale maatschappij is echter door de vergaande digitalisatie zo
enorm kwetsbaar geworden dat het uitvallen van bijvoorbeeld een deel
van het internet, al is het maar voor een beperkte periode, tot
ongekende mega problemen zal lijden waarvoor geen enkel realistisch
rampenplan te bedenken is. Is dat werkelijke vooruitgang?
Het vierde en allergrootste probleem van de
digitale revolutie is de-humanization: we worden steeds minder mens.
In plaats van te evolueren, degenereren we omdat we afhankelijk
worden (gemaakt) van een virtuele schijnwerkelijkheid. De harde
werkelijkheid is dat we steeds minder onze eigen natuurlijke brein-
en zielsvermogen gebruiken en alles overlaten aan smartphones,
tablets en binnenkort Google glasses. We zijn vergeten dat alles wat
de digitale technologie ons brengt reeds lang bestaat in andere,
analoge vorm. Het is waar dat onze zintuigen maar een beperkt deel
van het totale licht-, en geluids- etc. spectrum gewaar kunnen
worden.
Echter, ons hart is als hoogste zintuig (!) in staat bewust
te zijn van het gehele spectrum. In plaats van die werkelijkheid
weer terug te halen en intuïtief te ontwikkelen, gaan wij de
doodlopende weg op van een schijnwerkelijkheid die ons met de dag
hulpelozer maakt. De Duitse geheugenonderzoeker Manfred Spitzer
wijst in zijn boek Digitale Dementie op de gevaren van digitale
media en noemt als voorbeeld onze hersenen die werken als een spier.
Alleen als ze gebruikt worden, worden ze krachtiger. We trainen ze
echter niet meer want dat laten we over aan onze digitale middelen
zoals een navigatiesysteem. Psychiater en schrijver Bram Bakker
stelt terecht dat wie verslingerd is aan digitale media, minder
(goed) slaapt en een slechter geheugen heeft.
Anderen daarentegen roemen de toegenomen communicatiemogelijkheden
door mobiele telefoon en internet. Gemakshalve wordt vergeten dat
die manier van communiceren leidt tot een grotere oppervlakkigheid,
minder hersen- en taalgebruik en minder emoties. In hoge mate
zorgelijk zijn daarnaast de ontwikkelingen die voortkomen uit recent
onderzoek naar brain to brain en brain to computer interfaces die
aan de ene kant mensen zullen kunnen helpen maar aan de andere kant
legio mogelijkheden scheppen om elk individu volledig afhankelijk te
maken van een centraal systeem of machines. Een voorbeeld daarvan
zijn de Google Glasses waarmee we constant verbonden zijn met een
“augmented reality” die ons op elk moment van de dag een onnodige
overkill aan beschikbare informatie geeft. Het is Ray Kurzweil,
topman bij Google, die met zijn Singularity tussen mens en machine
propageert dat rond 2029 de robot de mens heeft ingehaald in
denkvermogen en geheugen. Hij oppert serieus de gedachte dat we
tegen die tijd als mens aangesloten moeten worden op externe
geheugens om alles nog bij te kunnen houden. Een luguber
vooruitzicht op een nieuw half biologisch/half robot mensenras. Is
dat vooruitgang? Concluderend, de digitale revolutie heeft ons in
eerste instantie voordelen gebracht maar bij nader inzien is daarmee
ook het paard van Troje binnengehaald. Een paard geschonken door een
elite die ons daarmee bewust voor eens en voor altijd tot slaaf zal
kunnen maken in een zogeheten “Nieuwe Wereldorde”.
Geen technologie is echter ook geen optie
Mensen die cynisch zijn over de critici van digitale technologie
gebruiken vaak het oneigenlijke argument dat het enige alternatief
is om weer in een hutje op de hei te gaan wonen met een paar schapen
en de was te doen aan de oever van de rivier. Dat is natuurlijk
onzin. De mens heeft recht zich volledig te ontplooien en is volgens
Genesis geschapen om zelf te scheppen. Het gaat dus niet om de vraag
wel of geen technologie maar om de vraag wel of geen juiste
technologie. Juiste technologie staat in verbinding met de natuur en
maakt geen misbruik maar gebruik van haar oneindige vermogens. Dat
zoiets mogelijk is werd ons getoond door het grootste genie aller
tijden: Leonardo daVinci. Hij was niet alleen schilder en
beeldhouwer maar ook schrijver, filosoof, natuurkundige, bioloog en
uitvinder.
Het was daVinci die ons ontwerpen naliet van onder andere
een auto en helikopter. Alles op analoge manier uitgedacht. Weinig
is bekend dat hij ook een ziener was die vele inzichten over onze
tijd heeft voorspeld. Hij heeft ongetwijfeld de boodschap willen
meegeven dat digitale technologie niet noodzakelijk is om tot
vernieuwingen te komen. Zo zal ook het grote vraagstuk van
energiewinning op een natuurlijke manier moeten worden opgelost.
Onderzoek heeft uitgewezen dat planten en onderwaterleven ook
elektromagnetische energie kunnen opwekken. Daarvan te leren en op
een duurzame manier gebruik te maken zal onze toekomst bepalen en
niet een nieuw misbruik als schaliegas.
Toekomstige technologie ligt in het verleden en in onszelf
De mensheid staat op een tweesprong, precies zoals onder andere de
Hopi indianen dat al lang geleden hebben aangegeven. Kiezen we voor
heilloze, schadelijke technologie of voor een technologische
ontwikkeling gebaseerd op de natuur en haar wetten? De keuze is aan
ons en zou niet moeilijk moeten zijn. Daarvoor moeten we “alleen” de
digitale verleidingen verstaan die ons als een giftige worst worden
voorgehouden. We moeten terug naar het begin om te ontdekken dat we
alles al in en om ons heen hebben en nog meer dan dat.
Bronnen:
Ray Kurzweil: The Singularity is near: when humans transcend biology
(Viking Publishing, London, 2005)
Thomas Mails: The Hopi Survival Kit (Penguin Press, 1997, USA)