Erfelijke trauma
Het fenomeen is al lang bekend in de psychologie:
traumatische ervaringen kunnen worden toegeschreven aan
gedragsstoornissen die worden doorgegeven van de ene generatie naar
de volgende. Het is pas sinds kort dat wetenschappers de
fysiologische processen zijn gaan begrijpen die ten grondslag liggen
mbt erfelijk trauma. "Er zijn ziekten zoals een bipolaire stoornis,
die in de familie zit, maar niet terug te voeren valt op een bepaald
gen", legt Isabelle Mansuy, professor aan de ETH Zürich en de
Universiteit van Zürich.
Met haar onderzoeksteam aan het Brain
Research Institute van de Universiteit van Zürich, heeft ze de
moleculaire processen bestudeerd die betrokken zijn bij
niet-genetische overerving van gedrags-symptomen veroorzaakt door
traumatische ervaringen in je vroege leven (Mansuy en haar team zijn
er in geslaagd een belangrijk onderdeel van deze processen: korte
RNA-moleculen, te identificeren. Deze RNA's worden gesynthetiseerd
uit genetische informatie (DNA) door enzymen die specifieke delen
van het DNA (genen) lezen en ze gebruiken als sjabloon om
overeenkomstige RNA's te produceren. Andere enzymen schaven deze
RNA's bij tot volwassen vormen. Cellen bevatten van nature een groot
aantal verschillende korte RNA-moleculen genaamd microRNAs.
Ze
hebben regulerende functies, zoals het controleren hoeveel
exemplaren van een bepaald eiwit worden gemaakt.
Kleine RNA's met een enorme impact
De onderzoekers bestudeerden het aantal en de aard van de microRNA's
bij volwassen muizen die aan traumatische omstandigheden werden
blootgesteld in hun vroege leven en vergeleek ze met
niet-getraumatiseerde muizen. Ze ontdekten dat traumatische stress
de hoeveelheid verschillende microRNA in het bloed, hersenen en
sperma verandert - terwijl sommige microRNA produceerde, en anderen
zelfs lager dan in de overeenkomstige weefsels of cellen welke
controledieren waren. Deze veranderingen resulteerden in ontregeling
van cellulaire processen die normaal gecontroleerd worden door deze
microRNA's.
Na traumatische ervaringen, gedroegen de muizen zich duidelijk
anders: deels verloren zij hun natuurlijke afkeer van ruimten en
helder licht en vertoonden depressief-achtig gedrag. Deze
gedragssymptomen werden overgedragen aan de volgende generatie via
sperma, hoewel de nakomelingen zelf niet blootgesteld waren aan
traumatische stress.
Zelfs doorgegeven aan de derde generatie
Het metabolisme van de nakomelingen werd ook aangetast: hun insuline
en de bloedsuikerspiegel lagen lager dan in de nakomelingen van
niet-getraumatiseerde ouders. "We waren in staat om voor de eerste
keer aan te tonen dat traumatische ervaringen de stofwisseling
beïnvloeden op de lange termijn en dat deze wijzigingen erfelijk
zijn", zegt Mansuy. De effecten op de stofwisseling en het gedrag
waren zelfs bij de derde generatie terug te vinden.
"Met de onbalans in microRNAs in sperma, hebben we een belangrijke
factor ontdekt, waardoor trauma kan worden doorgegeven," legt Mansuy
uit. Echter bepaalde vragen blijven onbeantwoord, b.v. hoe de
ontregeling in korte RNA's ontstaat. "Waarschijnlijk, is het een
onderdeel van een keten van gebeurtenissen die begint als het
lichaam te veel stress hormonen produceert."
"Het laat sporen op de hersenen, organen en ook gameten
(geslachtscellen) na. Door middel van gameten, kunnen deze sporen
worden doorgegeven aan de volgende generatie. "
Mansuy en haar team zijn momenteel de rol van korte RNA's in trauma
overerving bij de mens aan het bestuderen. Als ze ook in staat zijn
de micro RNA onbalans in het bloed van getraumatiseerde muizen en
hun nakomelingen te tonen, dan hopen de wetenschappers dat hun
resultaten nuttig kunnen zijn om een bloedtest voor diagnostiek te
ontwikkelen.
Vertaling: Angelique Broers