Studie onderzoekt
pesticidenvergiftiging bij wilde dieren in Afrika
Vergif is stil, effectief en goedkoop,
waardoor het vooral gevaarlijk is in Afrika waar vergif
wordt gebruikt voor zowel ongediertebestrijding als illegale
stroperij. Echter volgens een recente studie in Annals of
the New York Academy of Sciences blijkt dat ze ook niet
geviseerd wild doden.
Afrika heeft een lange geschiedenis in het
gebruik van vergif, zowel voor de vroege tribale
oorlogvoering als voor de jacht. Synthetisch vergif werd
echter geïntroduceerd, zoals zoveel dingen, door Europese
kolonisten in de 19e eeuw. In Zuid- Afrika sanctioneerden
koloniale bestuurders de vergiftiging van roofdieren en
aaseters, een praktijk die tot ver in de 20e eeuw zou
blijven bestaan.
Dr Darcy Ogada van The Peregrine Fonds
Nairobi onderzoekt de impact van deze campagnes en de
verspreiding van de vergiftiging van wilde dieren in de
jaren 1980 en 1990 als de commercialisering van de
Afrikaanse grondstoffen blijft stijgen. De studie beoordeelt
de wetgeving over het hele continent en vindt dat de mazen
in die wetgeving en de lakse handhaving nog altijd
hindernissen zijn voor de natuurbescherming.
Na het in kaart brengen van een
uitsplitsing van de soorten waarvan de populaties geteisterd
zijn door vergiftiging, pleit Dr Ogada voor de oprichting
van regionale pesticide centra in heel Afrika die pesticide
hotspots zouden kunnen identificeren en een mandaat
verkrljgen voor chemische testen, onderwijs en voorlichting
van het publiek.
Vertaald door Ingrid