Uit een grote studie blijkt dat gesprekstherapie - geen
medicijnen - het beste is bij sociale angststoornis
Velen die geen toegang hebben tot opgeleide
therapeuten kiezen voor medicatie of laten deze aandoening helemaal
niet behandelen.
Hoewel het geven van antidepressiva de meest
gebruikte behandeling is bij sociale angststoornis stelt nieuw
onderzoek dat cognitieve gedragstherapie (CGT) effectiever is en, in
tegenstelling tot medicijnen, geen blijvende gevolgen heeft nadat de
behandeling gestopt is.
Sociale angststoornis is een psychische aandoening
die wordt gekenmerkt door een intense angst en het vermijden van
sociale contacten en treft 13 procent van de Amerikanen en
Europeanen. De meeste mensen zoeken nooit een behandeling voor de
aandoening. Voor degenen die dat wel doen is medicatie de enig
toegankelijke behandeling omdat er een tekort is aan opgeleide
psychotherapeuten.
De bevindingen van de studie, een meta-analyse van
gegevens uit 101 klinische studies van meerdere soorten medicatie en
gesprekstherapieën, zijn online gepubliceerd op 26 september in The
Lancet Psychiatry.
"Sociale angst is meer dan alleen verlegenheid,"
zegt onderzoeksleider Evan Mayo-Wilson, DPhil, wetenschappelijk
onderzoeker bij de afdeling Epidemiologie aan de Johns Hopkins
Bloomberg School of Public Health. "Mensen met deze aandoening
kunnen ernstige problemen ervaren, van het vermijden van
vriendschappen tot het weigeren van promoties op het werk die meer
sociale interacties zouden vereisen. Het goede nieuws van onze
studie is dat sociale angst te behandelen is. Nu we weten wat het
beste werkt, moeten we de toegang tot de psychotherapie verbeteren.
"
Het onderzoek was een samenwerking tussen de Johns
Hopkins Bloomberg School of Public Health, Oxford University en de
University College in Londen, waar Mayo-Wilson voorheen werkte.
Voor de studie analyseerden Mayo-Wilson en zijn
collega's de gegevens van 13.164 deelnemers uit 101 klinische
studies. De deelnemers leden allemaal aan ernstige en langdurige
sociale angst.
Ongeveer 9000 personen kregen medicatie of een
placebo pil, en meer dan 4.000 kregen psychologische interventie.
Sommige van de onderzoeken bekeken de combinatie
van medicatie en gesprekstherapie; er was geen bewijs dat een
gecombineerde behandeling beter was dan gesprekstherapie alleen.
Verschillende soorten gesprekstherapieën werden
vergeleken en men vond dat individuële CBT het effectiefste was. CBT
is een vorm van behandeling die zich richt op de relaties tussen
gedachten, gevoelens en gedragingen. Het helpt mensen irrationele
angsten uit te dagen en bij het overwinnen van hun angst voor
sociale situaties, zegt Mayo-Wilson.
Voor mensen die geen gesprekstherapie willen of
geen toegang hebben tot CBT zijn de meest gebruikte antidepressiva -
selectieve serotonine remmers (SSRI's) - effectief, vonden de
onderzoekers. Maar ze waarschuwen dat de medicatie ernstige
bijwerkingen kan hebben, dat ze soms helemaal niet werkt voor veel
mensen, en dat verbeteringen van de symptomen niet lang aanhouden
nadat de mensen gestopt zijn met het innemen van de pillen.
De onderzoekers erkennen dat de medicatie
belangrijk blijft maar zeggen dat ze moet worden gebruikt als een
tweede lijn therapie voor mensen die psychologische therapie
weigeren of er niet op reageren. De studie heeft al geleid tot
nieuwe behandelrichtlijnen in het Verenigd Koninkrijk en, zegt
Mayo-Wilson, ze kan ook een aanzienlijke invloed hebben op de
beleidsvorming en de organisatie van de zorg in de VS.
Sociale angststoornis begint meestal bij de
adolescentie of de vroege volwassenheid en kan ernstig het dagelijks
functioneren van een persoon belemmeren door het ontwijken van
relaties, door negatieve prestaties op het werk of school en door
het verminderen van de algehele kwaliteit van het leven. Omdat de
aandoening zich manifesteert op kritieke momenten van de sociale en
educatieve ontwikkeling, kan sociale angststoornis belangrijke en
blijvende gevolgen hebben.
"Meer investeren in psychologische therapieën zou
de leefkwaliteit verbeteren, de productiviteit verhogen op de
werkplek en de kosten van de gezondheidszorg verminderen," zegt
Mayo-Wilson. "De gezondheidszorg neemt geestelijke gezondheid niet
ernstig. Er is niet aleen het probleem van terugbetaling van
psychologische diensten door de verzekeraars maar we moeten ook de
infrastructuur rond geestelijke gezondheidsproblemen verbeteren. We
moeten programma's starten om clinici, begeleiders die kunnen werken
met de nieuwe praktijk en meer ondersteunend personeel op te
leiden."
Vertaling: Andre Teirlinck