BPA verhoogt het risico op kanker in het menselijk
prostaatweefsel
Foetale blootstelling aan een algemeen
gebruikte weekmaker in producten zoals
flessenwater, soepblikcoating en kassabonnen, kan het risico
op prostaatkanker op latere leeftijd verhogen, aldus een
studie van de Universiteit van Illinois (UIC) in Chicago,
welke op 7 januari online gepubliceerd is in het tijdschrift
‘Endocrinology’.
Bisfenol A, of BPA, wordt veel gebruikt om
kunststoffen verzachten. Het is bijna onmogelijk om niet in
aanraking te komen met de chemische stof, zegt Gail Prins,
hoogleraar fysiologie aan de UIC en hoofdauteur van het
onderzoek.
"Eerdere studies hebben aangetoond dat
mensen die tot wel een maand of meer ieder contact met
kunststoffen en andere BPA bevattende voorwerpen vermeden
nog steeds BPA in hun urine hadden, hetgeen betekent dat ze
desondanks in contact moeten zijn gekomen
met BPA en wel in de laatste 24 tot 48 uur, omdat het het
lichaam snel verlaat", zegt Prins, die directeur is van het
UIC andrologisch laboratorium. "Het is zeer moeilijk te
vermijden."
Blootstelling van de foetus aan BPA in de
baarmoeder is van bijzondere importantie omdat
de chemische stof, die het hormoon oestrogeen nabootst, in
dierproeven is gelinkt aan
verschillende soorten kanker, waaronder prostaatkanker.
De nieuwe bevindingen tonen aan dat het menselijk
prostaatweefsel hier ook gevoelig voor is.
"Ons onderzoek levert het eerste directe
bewijs dat blootstelling aan BPA tijdens de ontwikkeling, op
de niveaus die we in ons dagelijks leven zien, het risico op
prostaatkanker in menselijk prostaatweefsel verhoogt" zegt
Prins. "De bevindingen van de nadelige effecten van BPA in
menselijk weefsel zijn zeer relevant en zij zouden
instanties zoals de Food & Drug Administration (in Nederland
de Voedsel en Warenautoriteit) moeten stimuleren om hun
beleid in de nabije toekomst opnieuw te evalueren."
Prins onderzocht het effect van BPA op
menselijke cellen door het implanteren van menselijke
prostaatstamcellen van overleden jongvolwassen mannen in
muizen.
Prostaatstamcellen hebben een zeer lange levensduur. Ze
ontstaan al tijdens de vroege foetale ontwikkeling en
gedurende het hele leven van de man produceren en
onderhouden zij het prostaatweefsel.
Om de blootstelling aan BPA tijdens de
embryonale ontwikkeling na te bootsen, werden de muizen
gedurende twee weken na implantatie BPA gevoerd - in
hoeveelheden die in lijn zijn met de hoeveelheden die gezien
worden bij zwangere Amerikaanse vrouwen - wanneer de cellen
gehumaniseerd prostaatweefsel produceerden.
"De hoeveelheid BPA die we de muizen
voerden was gelijkwaardig aan het niveau dat
de gemiddelde persoon binnenkrijgt", aldus Prins." We hebben
ze geen exorbitant hoge doses gevoerd."
Nadat het weefsel zich gedurende een maand
mocht ontwikkelen, werd aan de muizen
oestrogeen gegeven om zodoende de stijgende
oestrogeenspiegels na te bootsen die gezien worden bij
verouderende mannen. Deze stijging van oestrogeen op latere
leeftijd is één van de bekendste veroorzakers van
prostaatkanker.
Na twee tot vier maanden werd het weefsel
verzameld en geanalyseerd op prostaatziekten. Prins
constateerde in een derde van de weefselmonsters, genomen
van muizen gevoed met
BPA, de aanwezigheid van prostaatkanker of een voorstadium
van kanker. Dit in vergelijking met slechts 12 procent in
een controlegroep met muizen die gevoed waren met olie. Als
de prostaatstamcellen vóór implantatie al werden
blootgesteld aan BPA en wederom wanneer ze prostaatweefsel
in de muizen produceerden, werd in 45 procent van de
weefselmonsters
een voorstadium van kanker of kanker geconstateerd.
"Wij geloven dat BPA de gevoeligheid van
de stamcellen voor oestrogeen voor het hele leven
herprogrammeert, wat leidt tot een levenslange toegenomen
gevoeligheid voor ziekten, waaronder kanker" aldus Prins.
Vertaling: Hanneke van der Woud