Ftalaten verhogen risico op astma bij kinderen
Bij een groep kinderen steeg het risico op astma
met meer dan 70% door tijdens de zwangerschap blootgesteld te zijn
aan hoge niveaus van de huishoudelijke chemicaliën
butylbenzylftalaat en di-n-butyl ftalaat.
Onderzoekers van de Columbia Center for Children’s
Environmental Health aan de Mailman School of Public Health zijn de
eersten die een verband aantonen tussen astma en prenatale
blootstelling aan twee ftalaten die gebruikt worden in een breed
scala van huishoudelijke producten. De resultaten verschijnen online
in het tijdschrift Environmental Health Perspectives.
Onderzoekers vonden dat kinderen waarvan de
moeders tijdens de zwangerschap zijn blootgesteld aan hogere niveaus
van de chemicaliën butylbenzylftalaat (BBzP) en di-n-butyl ftalaat
(DNBP) een toename hadden van 72% en 78% van het risico op het
ontwikkelen van astma op een leeftijd tussen de 5 en 11 jaar,
respectievelijk in vergelijking met kinderen van moeders met lagere
niveaus van blootstelling.
”Iedereen, van ouders tot beleidsmakers, maakt
zich zorgen over de sterke stijging van het aantal kinderen dat
astma ontwikkelt. Ons doel is om te proberen en te ontdekken wat de
oorzaken zijn van deze epidemie zodat we jonge kinderen beter kunnen
beschermen tegen deze slopende aandoening”, zegt eerste auteur Robin
Whyatt, DrPh, hoogleraar Environmental Health Sciences en
co-adjunct-directeur van de Columbia Center for Children’s
Environmental Health aan de Mailman School.
”Onze studie geeft aanwijzingen dat deze twee
ftalaten behoren tot een reeks van bekende risicofactoren voor
astma,” voegt Dr. Whyatt toe. Andere risicofactoren behelsen
tabaksrook, luchtvervuiling, zwaarlijvigheid en een allergie
history.
Ftalaten worden in alles gebruikt, van
synthetische geuren tot plastic voedsel containers, vinyl vloeren,
muggenspray, douchegordijnen, zelfs stuurwielen en dashboards
("nieuwe auto geur" bevat ftalaten). Sinds 2009 zijn in Amerika een
aantal ftalaten verboden in kinderspeelgoed en andere artikelen voor
kinderverzorging. Er zijn echter geen maatregelen genomen om de
ontwikkeling van de foetus te beschermen door zwangere vrouwen te
waarschuwen voor potentiële blootstellingen. In de VS worden
ftalaten zelden vermeld als ingrediënten op de producten waarin ze
gebruikt worden.
”De foetus is tijdens de zwangerschap uiterts
kwetsbaar. Hoewel het de taak van de moeders is om alles te doen om
hun kind te beschermen zijn ze vrijwel hulpeloos als het gaat om de
onvermijdelijke ftalaten, zoals BBzP en DNBP. Als we kinderen willen
beschermen moeten we zwangere vrouwen beschermen,” zegt de senior
auteur van de studie Rachel Miller, MD, professor Medicine (in
Kindergeneeskunde) and Environmental Health Sciences; en hoofd van
Pediatric Allergy, Immunology, and Rheumatology aan de Columbia
University Medical Center; en co-adjunct-directeur van de Columbia
Center for Children's Environmental Health aan de Columbia's Mailman
School of Public Health.
De onderzoekers volgden 300 zwangere vrouwen en
hun kinderen die deelnamen aan de Center’s longitudinale
cohortstudie in New York City. De mate van blootstelling aan de vier
verdachte ftalaten werd gemeten door middel van chemische
metabolieten in de urine. Monsters werden verzameld bij moeders
tijdens het derde trimester en bij kinderen in de leeftijd van 3, 5
en 7 jaar. Chemische analyse werd gedaan op het Center for Disease
Control en Prevention. De onderzoekers vergeleken het astma risico
bij kinderen tussen 5 en 11 jaar die geboren zijn uit moeders met
concentraties van de ftalaten tijdens een latere periode in het
derde trimester ten opzichte van een eerdere periode in het derde
trimester.
Bijna een derde van de kinderen (94) ontwikkelde
een, door een dokter gediagnosticeerde, astma. Nog eens 60 kinderen
hadden een voorgeschiedenis van een piepende ademhaling en andere
astma-achtige symptomen, zonder een diagnose van astma. Ook in deze
groep vonden de onderzoekers een link tussen prenatale blootstelling
aan DNBP en de symptomen. Twee bestudeerde ftalaten -
di-2-ethylhexyl ftalaat (DEHP) en diethylftalaat (DEP) - werden niet
geassocieerd met een diagnose van astma of astma-achtige symptomen.
Alle, behalve eentje, urinemonsters van de moeders
en kinderen bevatten metabolieten van alle vier de ftalaten. De
monsters hadden een breed concentratiebereik - van niet-gedetecteerd
tot 550 ng/ml voor de BBzP metabolieten en 1 tot 1.110 ng/mL voor de
DNBP metabolieten. Het is onduidelijk waardoor en welke producten
bijdragen aan de grotere blootstelling.
De huidige bevindingen bouwen voort op studies,
door dit team gedaan in 2012, van hetzelfde cohort van moeders en
kinderen en rapporteringen over kinderen die werden blootgesteld aan
DEP of BBzP waarbij een associatie werd gelegd tussen een verhoogd
risico op astma-gerelateerde luchtwegontstekingen en prenatale
blootstelling aan BBzP met een verhoogd risico op eczeem tijdens de
kinderjaren. In 2013 rapporteerden de onderzoekers dat blootstelling
aan bisfenol A (BPA) tijdens de kinderjaren ook werd geassocieerd
met het risico op astma. Meer recent vonden ze dat de risico’s door
BPA blootstelling tijdens de kinderjaren aanzienlijk verhoogden als
de moeders tijdens de zwangerschap een hogere blootstelling hadden
aan BBzP, waarbij vermeldt wordt dat deze hormoonverstorende stoffen
samenwerken om het risico op astma bij kinderen te verhogen
(resultaten werden in augustus gepubliceerd in het Journal of
Allergy and Clinical Immunology).
Tot nu toe is het niet bekend hoe ftalaten het
risico op astma verhogen. Studies naar prenatale blootstelling aan
BBzP laten doorschemeren dat ontstekings- en oxidatieve stress een
rol kunnen spelen.
Vertaling: Lia Keizer