Wangedrag gebeurt over heel het loopbaanspectrum, van
stagiaires tot senior wetenschappers.
Mannelijke
wetenschappers zijn veel meer geneigd om fraude te
plegen dan vrouwen en de fraude gebeurt over heel het
loopbaanspectrum, van stagiaires tot seniors. De analyse
van professioneel wangedrag werd mede geleid door een
onderzoeker aan het Albert Einstein College of Medicine
van de Yeshiva University en is vandaag gepubliceerd in
het online tijdschrift mBIO.
"Het feit dat wangedrag voorkomt in alle stadia van
de loopbaan suggereert dat de aandacht voor ethische
aspecten van wetenschappelijk handelen niet beperkt moet
worden tot de opleiding maar ook verder in de lopende
praktijk", zegt senior auteur Arturo Casadevall, MD,
Ph.D., hoogleraar en voorzitter van microbiologie &
immunologie en professor in de geneeskunde aan Einstein,
en hoofdredacteur van MBIO.
Hij voegde eraan toe: "Onze bevinding - dat mannen
oververtegenwoordigd zijn in het plegen van wangedrag -
impliceert een verschil in sekse die we beter zouden
moeten begrijpen in een poging om de integriteit van het
onderzoek te bevorderen."
In een eerdere studie vond Dr Casadevall dat
wangedrag verantwoordelijk is voor twee derde van alle
ingetrokken wetenschappelijke artikelen. De bevinding
was onverwacht, omdat eerder onderzoek had gesuggereerd
dat fouten verantwoordelijk waren voor het merendeel van
de ingetrokken wetenschappelijke artikelen.
Onderzoekers begonnen met de huidige studie om beter
te begrijpen wie zich schuldig maakt aan
wetenschappelijke fraude. Ze beoordeelden 228
individuele gevallen van wangedrag gemeld door het
"United States Office of Research Integrity (ORI)" van
1994 tot en met 2012. ORI promoot het verantwoordelijke
verrichten van onderzoek en onderzoekt beschuldigingen
van wangedrag aangebracht door het "Department of Health
and Human Services."
Uit een analyse blijkt dat fraude betrokken was in
215 (94 procent) van de 228 gevallen gerapporteerd door
het ORI. Daarvan waren 40 procent stagiairs, 32 procent
docenten en 28 procent ander betrokken
onderzoekspersoneel (onderzoekers, technici,
studie-coördinatoren, en interviewers).
In totaal werden 65 procent van de gevallen van
fraude gepleegd door mannen, maar het percentage
varieerde tussen de academische disciplines: 88 procent
van de docenten die wangedrag pleegden waren mannen, in
vergelijking met 69 procent van de postdocs, 58 procent
van de studenten, en 43 procent van het overige
onderzoekspersoneel. In elke loopbaan, is het aandeel
van mannen die fraude plegen groter dan ooit gedacht.
Het sekseverschil was verrassend groot onder de
faculteit, zei Dr Casadevall, die tevens in het bezit is
van de "Leo and Julia Forchheimer Chair / Microbiologie
& Immunologie". Van de 72 docenten die gefraudeerd
hebben waren slechts 9 vrouwen - een derde van de
verwachte 27 als vrouw.
In de studie werd niet onderzocht waarom mannen meer
neiging hebben om fraude te plegen. Een mogelijkheid is
dat de fout biologisch wordt aangedreven. "Uit het
onderzoek blijkt dat mannen meer de neiging hebben om
risico's nemen dan vrouwen en fraude plegen brengt meer
risico met zich mee," zei Dr Casadevall. "Het kan ook
zijn dat mannen meer competitief zijn,of dat vrouwen
gevoeliger zijn voor de dreiging van sancties. Ik denk
dat het beste antwoord is dat wij het niet weten. Nu we
het probleem gedocumenteerd hebben kunnen we overgaan
tot een ernstige discussie over wat er gaande is en wat
kan worden gedaan. "
De onderzoekers waren uitgegaan van de hypothese dat
de meerderheid van de gevallen van wangedrag onder
stagiairs zou voorkomen, die geconfronteerd worden met
grote druk om te publiceren - een cruciale stap in de
richting van het verkrijgen van onderzoeksgelden. Maar
ze vonden dat wangedrag min of meer gelijkmatig verdeeld
was over het loopbaanspectrum. "Je zou denken dat een
wetenschapper op de carrièreladder zich veiliger zou
voelen. Maar hoe groter het laboratorium is, hoe meer
subsidies je nodig hebt; dit verhoogt de druk om te
publiceren en de verleiding om vals te spelen", aldus
dr. Casadevall .
Vragend voor meer onderzoek naar de motieven voor
wetenschappelijk wangedrag, adviseert Dr Casadevall
periodieke ethische opleiding voor wetenschappers op
alle niveaus van de academische wereld. "Op dit moment
denken wij aan etische opleiding voor stagiaires,"
voegde hij eraan toe. "Nu doen wij niets nadat ze zijn
ingehuurd. Het zou helpen als de universiteiten de
nodige bijscholing in de ethiek zouden voorzien zoals ze
doen met cursussen om seksuele intimidatie op de
werkplek te voorkomen. Het zal niet alle wangedrag
stoppen, maar het is een start in de goede richting."
Andre Teirlinck