Een nieuwe studie gepubliceerd in Biological Psychiatry suggereert dat autisme wordt geassocieerd met verlaging van het niveau van cellulaire adhesiemoleculen in het bloed, waar ze een rol spelen in het immuunsysteem.
Celadhesiemoleculen zijn de lijmen die de cellen binden in het lichaam. Tekorten in adhesiemoleculen zou processen in gevaar brengen op de grensvlakken tussen cellen die de weefselintegriteit en cel-cel signalering beïnvloeden. In de hersenen, kunnen tekorten in adhesiemoleculen de ontwikkeling van de hersenen en de communicatie tussen zenuwcellen verstoren.
Over de jaren heen zijn tekorten in neurale celadhesiemoleculen betrokken bij schizofrenie en andere psychiatrische stoornissen. Een adhesiemolecule, neurexin, is sterk betrokken bij het erfelijk risico op autisme.
Celadhesiemoleculen spelen ook een cruciale rol in het reguleren van de toegang van immuuncellen tot het centrale zenuwstelsel. Eerder onderzoek heeft het bewijs geleverd van dysfunctie van het immuunsysteem bij mensen met de diagnose “autisme spectrum stoornis” (ASS). Dit leidde wetenschappers van de University of California, Davis tot het onderzoeken of adhesiemoleculen worden gewijzigd bij kinderen met ASS.
Om de studie uit te voeren, werden kinderen van 2 tot 4 jaar uitgekozen, 49 van hen werden gediagnosticeerd met een ASS en 31 van hen waren normaal ontwikkeld. Men mat en evalueerde bloedplasmaniveaus van meerdere moleculen, geleide gedragspatronen, en de hoofdomtrek van alle deelnemers.
“Voor de eerste keer, laten we zien dat de niveaus van oplosbare sPCAM-1 en sP-selectine, twee moleculen die bemiddelen bij leukocytenmigratie (witte bloedcellen), aanzienlijk waren verminderd bij jonge kinderen met ASS in vergelijking met zich normaal ontwikkelende kinderen van dezelfde leeftijd”, aldus de auteurs. “Deze bevinding is in overeenstemming met eerdere rapporten van verlaagde niveaus van zowel sPECAM-1 en sP-selectine bij volwassenen met hoogfunctionerend autisme.”
Zij vonden ook dat repetitief gedragscores en sPECAM-1 niveaus werden geassocieerd met kinderen met ASS. Repetitive, stereotiepe gedragingen zijn een typisch kenmerk van ASS en deze gegevens wijzen op een mogelijke relatie tussen de moleculeniveaus en de ernst van repetitief gedrag.
Tenslotte werd ontdekt dat de hoofdomtrek geassocieerd was met verhoogde sPECAM-1-spiegels bij de normaal ontwikkelde kinderen, maar niet bij de kinderen met ASS. Dit geeft aan dat sPECAM-1 misschien een rol speelt bij normale hersenengroei, alsook een grotere hoofdomtrek dat een bekend kenmerk is van personen met autisme.
“Het rapport van de verlaging van adhesiemoleculen in het bloed bij autisme is interessant in het licht van de recente genetische bevindingen. Echter, het belang van deze metingen blijft enigszins onzeker”, zegt Dr John Krystal, redacteur van Biological Psychiatry. “Wij blijven zoeken langs bloedonderzoek naar een diagnose- en behandelingsproces.”
Vertaling: Andre Teirlinck