vetarm dieet?


balk2.jpg (42734 bytes)

Google


Zonnebrandcrème en vetarm dieet: een recept voor een ramp

Auteur: Stephanie Seneff
Vertaling: Anton van Walstijn

1. Introductie

Bijna iedereen in Amerika is overtuigd van twee gevestigde uitgangspunten voor een lang en gezond leven:

- Eet een vetarm dieet,

- Vermijd de schadelijke stralen van de zon.

Mijn doel in dit essay is om u te overtuigen dat deze twee uitgangspunten samen zeer slecht medisch advies zijn en dat de gevolgen van het succes van onze regering met de verkoop van dit goedbedoelde maar misplaatste advies aan het Amerikaanse publiek afgrijselijk en langdurig zijn, met name voor de kinderen van onze natie.

In feite heb ik nu een mentaal profiel van de prototypische moeder van een autistisch kind gevormd: ze zal een vrouw zijn die uiterst consciëntieus is in het vermijden van voedingsmiddelen met een vette inhoud, ze zal zeer waakzaam zijn om zichzelf te beschermen tegen de schadelijke zonnestralen wanneer zij zich buitenshuis begeeft, en ze zal er heel zorgvuldig voor zorgen om zo dun te blijven als een potlood en zichzelf fysiek fit te houden. Kortom, voor de meeste Amerikanen zou ze het hoogtepunt van een goede gezondheid betekenen.

Een van de eerste tekenen van het begin van de puberteit bij meisjes is de ontwikkeling van welgevormde rondingen. Mannen vinden dergelijke curves seksueel aantrekkelijk, een aangeboren instinct dat inspeelt op het doel van moeder natuur om een gezonde aanvoer van vet voor een mogelijke zwangerschap zeker te stellen. Biologische processen programmeren mannen welbewust om opgewonden te raken door de gewelfde vrouwen om te verzekeren dat vrouwen met onvoldoende lichaamsvet (dunne en / of gespierde vrouwen) minder vaak worden geïmpregneerd.

Het begin van de menstruatie zal niet plaatsvinden totdat het vetgehalte van het lichaam stijgt tot boven 17%. Jonge vrouwelijke atleten merken vaak dat de menstruatie wordt uitgesteld, of dat hun menstruatie perioden plotseling ophouden, waarschijnlijk omdat door hun oefening de verhouding van de spier tot vet verstoord wordt tot het punt waar moeder natuur het risico op een zwangerschap een slecht idee vindt. Balletdanseressen en turners, die dun moeten blijven, maar nog steeds erg sterk zijn, lopen een groot risico dat hun menstruele cyclus volledig uitgeschakeld wordt [1].

De menselijke biologie wil vet niet alleen in het lichaam, maar ook in het dieet, als een zwangerschap aanstaande is. Dit feit is sterk overtuigend bewezen door een recente analyse van gegevens uit de Nurses Health Study, een ambitieus lange termijn onderzoek bij meer dan 18.000 verpleegkundigen, die een schat aan gegevens heeft opgeleverd over kwesties die verband houden met de gezondheid van vrouwen. Dr. Jorge Chavarro aan de Harvard School of Public Health heeft gegevens over hun voedingspraktijken geanalyseerd over een periode van acht jaar, en zocht naar correlaties met diverse gezondheidsproblemen (Dairy Fat Fertility). Van alle voedingsassociaties die werden onderzocht, gaf de ene die vet in de zuivel consumptie  met vruchtbaarheid associeerde de meest opvallende en statistisch significante resultaten. Vrouwen die zeiden dat ze magere zuivel aten (bijv. magere melk en magere yoghurt) verhoogden hun risico op onvruchtbaarheid met 85%, terwijl vrouwen die consequent vetrijke zuivelproducten aten (volle melk en ijs) hun risico verlaagden met 27 % [2].

Bedenk dit: kippeneieren worden nu beschouwd als "ongezond" vanwege hun hoge concentratie aan cholesterol. Ze zijn ook een van de beste bronnen van vitamine D. Dit wil zeggen, een moederkloek levert haar ongeboren kuiken voedingssupplementen met een rijk aanbod van cholesterol en een rijk aanbod van vitamine D. Koeienmelk bevat ook veel vet, tenzij het is gemanipuleerd naar de afgeroomde melk en zou hoog scoren in de natuurlijke vitamine D als het niet gepasteuriseerd werd (de hoge temperatuur vernietigt de vitamine D). We gaan nu  kunstmatig synthetische vitamine D terugplaatsen om wat door pasteurisatie vernietigd is, een proces dat niet kan goed werken met magere melk, omdat vitamine D alleen oplosbaar in vet is, en dat is niet meer aanwezig.

We kunnen concluderen dat een moederkoe de melk waarmee ze haar pasgeboren kalf voedt, voorziet van vetten en vitamine D. Zelfs vissen leveren hun kroost veel vitamine D en cholesterol, zoals blijkt uit het feit dat kaviaar (kuit) een hoog vetgehalte heeft en een goede bron van vitamine D is. Moedermelk heeft een nog hoger vetgehalte dan koemelk, 55% van de calorieën in moedermelk komen uit vet. Het zou ook worden geladen met vitamine D als de moeder zich niet agressief beschermd had tegen de "schadelijke" straling van de zon. Moeder natuur vindt het belangrijk voor de pasgeborenen, of het nu kuikens, kalveren, vissen of menselijke baby's betreft, goed voorzien worden van vetten en vitamine D, met het oog op het verzekeren van een gezonde ontwikkeling.

De meest cruciale rol voor zowel de vitamine D en cholesterol in het embryo ligt in de ontwikkeling van de hersenen en het centrale zenuwstelsel. Het menselijk brein maakt slechts 2% van het gewicht van het lichaam uit, maar het bevat bijna 25% van het totale cholesterol [3], zodat het gemakkelijk is voor te stellen dat de voedselaanvoer een forse hoeveelheid cholesterol moet bevatten. Een van de kritische dingen die gebeurt tijdens de ontwikkeling van de embryonale hersenen is de groei van miljoenen zenuwvezels of "axonen" om verbindingen te vormen tussen alle neuronen in de zich ontwikkelende hersenen. Deze axonen zijn bekleed met een dikke vettige stof met de naam myelineschede, die werkt als isolatielaag, die houdt het zenuw-signaal intact en zorgt mede voor een snel en lange-afstands vervoer met een minimaal verlies. Deze myelineschede is voorzien van een zeer hoog cholesterol gehalte - hoger dan die van enige ander hersenweefsel.

Volgens Ursula Dicke en Gerhard Roth [4], is het de extra lengte en de extra dikte van de myelineschede rond de zenuwvezels van het menselijk brein dat zich het meest duidelijk  onderscheidt van de hersenen van andere zoogdieren. Hoewel we ook meer corticale neuronen hebben, het verschil in hun aantallen tussen mensen en olifanten en walvissen is slechts ongeveer 5% dat is niet genoeg om de waargenomen duidelijke verschillen in intelligentie te verklaren. Dus, uitzonderlijk voor mensen is dat ze nog meer vet in de melk van de babymelk nodig hebben en dat met een goede reden: het kind heeft om te groeien aanzienlijk meer, langere en dikkere myelinescheden nodig dan enig ander dier.

2. Cholesterol en Vitamine D: Een korte introductie

Iedereen in Amerika denkt te weten wat cholesterol is: het is dat slechte spul dat al je slagaders  verstopt en leidt tot een plotselinge dood door een hartaanval. Als je teveel in je bloed hebt, moet je je erge zorgen maken. Het argument is dan dat, om het niveau te verlagen moet je er een vetarm dieet op na houden. Als dat niet (genoeg) werkt, heb je geen andere keuze dan om te beginnen met het nemen van een cholesterolverlagend medicijn zoals Lipitor.

Er is eigenlijk maar een zwakke correlatie tussen een hoog cholesterol en hart- en vaatziekten. Veel mensen met een hoog cholesterol gehalte krijgen nooit hart- en vaatziekten, en omgekeerd, veel mensen met hart- en vaatziekten hebben een laag cholesterolgehalte. En de nog steeds zo populaire statines leiden tot vele storende bijwerkingen die de goed geïnformeerde lezer ervan zouden moeten overtuigen dat ze onmogelijk goed voor je kunnen zijn[5] (Statine Side Effects).

Vitamine D is ook bekend als de "zonneschijn" vitamine: de meeste mensen herinneren zich het verhaal over het 19e-eeuwse Groot-Brittannië en de rachitis epidemie, briljant opgelost door het besef dat rachitis een gevolg is van vitamine D-deficiëntie, een probleem dat gemakkelijk kan worden opgelost door naar buiten te gaan in de zon. Tegenwoordig vinden onderzoekers steeds  meer kritische rollen die vitamine D in diverse systemen in het lichaam speelt, die veel verder gaan dan het versterken van de botten. Een ding die de meeste mensen zich niet realiseren is dat vitamine D en cholesterol chemisch vrijwel niet van elkaar zijn te onderscheiden. Vitamine D wordt in het lichaam geproduceerd uit cholesterol, in het bijzonder van de 7-dehydrocholesterol, via een zeer kleine verandering in de chemische structuur (die het verminderen met een enkel waterstof molecuul inhoudt)[6]. (Vitamin D from Cholesterol). Dit gebeurt in de huid, en het gebeurt alleen als er een katalysator in de vorm van ultraviolette stralen van de zon aanwezig is. Indien je een zonnebrandcrème met een SPF niveau van 8 of hoger gebruikt, dan kun je er vrij zeker van zijn dat je geen enkele vitamine D aanmaakt.

Bovendien is cholesterol de voorloper van een groot aantal andere factoren die het lichaam als katalysatoren gebruikt voor allerlei biologische processen. Bijvoorbeeld, testosteron, het mannelijk hormoon.

En cortisol, een hormoon geproduceerd door de bijnieren dat een kritische rol speelt in het regelen van stress. Bovendien wordt de mythe dat een hoog cholesterolgehalte slecht is, niet bevestigd door de feiten. In 1990 kwamen onderzoekers van 19 studies over de hele wereld bijeen in Bethesda, Maryland, om resultaten van cholesterol studies te vergelijken, en produceerde grafieken met een samenvatting van hun bevindingen ([7], p. 81). Voor vrouwen is er over de gehele curve, een omgekeerde correlatie tussen het cholesterolgehalte en de mortaliteit. Dat klopt: hoe lager het cholesterol gehalte, hoe hoger de kans om te sterven. Het is waar dat mannen met een zeer hoge cholesterol (> 240 mg / dl), een toename van de sterfte ten gevolge van een verhoogde incidentie van hart- en vaatziekten hebben, maar de sterfte is evenzeer verhoogd wanneer zij een laag cholesterolgehalte hebben (onder de 160 mg / dl), doordat er een verhoogd risico op kanker en ademhalings- en spijsverteringsaandoeningen optreedt. Dit betekent dat zowel mannen als vrouwen een hogere sterfte hebben als hun cholesterolgehalten te laag zijn. Vrouwen moeten zich alleen zorgen maken over lage cholesterol, nooit over een hoog cholesterol.

Maar mijn zorg geldt niet zozeer de levensduur van de volwassen, maar vooral de gezondheid van het ongeboren kind, in het bijzonder het ongeboren kind wiens moeder zich gewetensvol houdt aan de leefregels van een vetarm dieet en het vermijden van de zon. Als haar cholesterolgehaltes hoog zijn, zal ze dat feit waarschijnlijk betreuren. Maar een ding zou ze niet moeten doen als ze van plan is een kind te krijgen en wel een statine medicijn zoals Lipitor nemen om haar cholesterol metingen te verlagen. De reden is simpel, maar niet op grote schaal geadverteerd door de farmaceutische industrie. Statines zullen naar alle waarschijnlijkheid haar ongeboren kind niet levensvatbaar maken. Onderzoekers van de US National Institutes of Health hebben ernstige afwijkingen in het centrale zenuwstelsel aangetroffen, evenals misvorming van ledematen, in bijna 40% van de baby's in een studie van de vrouwen die statines namen tijdens het eerste trimester van de zwangerschap [8] (Statins in Pregnancy) (statines in zwangerschap).

Statines zijn gelabeld als een categorie X-medicijn met betrekking tot zwangerschap door de Food and Drug Administration, dezelfde categorie als Thalidomide. Als u boven een bepaalde leeftijd bent zult u zich dit beruchte medicijn dat Europa in de jaren 1950 stormachtig geteisterd heeft, zeker wel herinneren (Bij ons bekend onder de naam Softenon). Wijdverbreid gebruik van Thalidomide heeft geleid tot een epidemie van zuigelingen die werden geboren zonder armen, zonder benen, zonder oren, en doof. Uiteindelijk werd het nieuwe wondermedicijn dat verondersteld was om een kalmeringsmiddel met in wezen geen bijwerkingen te zijn als de bron getraceerd. Een zwangere vrouw die Thalidomide neemt tussen de 4e en 7e week van haar zwangerschap heeft een 20% of meer kans op het produceren van een baby met ontbrekende belangrijke lichaamsdelen. Maar deze kinderen waren in ieder geval mentaal gezond. Hun hersenen waren over het algemeen prima, en ze groeiden met een normale intelligentie, waardoor ze een productief leven konden leiden. De effecten van cholesterolverlagende medicijnen zijn zo sterk dat er weinig hoop is om te overleven, laat staan op iets dat lijkt op een normaal leven. Dit resultaat is te wijten aan de verstoring van een kritische stap in een biologisch proces dat leidt tot de productie van cholesterol, een essentiële bouwsteen van het zenuwstelsel in het bijzonder maar ook van belang voor de opbouw van andere lichaamsdelen.

Een ernstige aandoening bekend als 'Smith-Lemli-Opitz ' syndroom (Slos) wordt gekenmerkt door een genetisch defect, resulterend in een onvermogen om voldoende cholesterol te synthetiseren. De meeste foetussen met deze genetische afwijking halen de termijn van 16 weken zwangerschap niet en eindigen in een miskraam. Indien ze deze termijn wel halen, lijden zij meestal aan ernstige hersenafwijkingen, wat resulteert in autisme of andere vormen van mentale handicap [9].

Tot nu toe heb ik gesproken over de rol van cholesterol/vitamine D in het voorkomen van rachitis en de ontwikkeling van de hersenen. Ik zal aanstonds het thema van de ontwikkeling van de hersenen hervatten, maar eerst wil ik slechts een opsomming van de toestanden/syndromen/ ziekten die naar mijn inzicht in verband staan met vitamine D-deficiëntie bij kinderen. Ik zal betogen dat veel toestanden frustrerend toenemen in de tegenwoordige jeugd van Amerika die   verklaard kunnen worden door een eenvoudige theorie die vitamine D-deficiëntie combineert met het ontbreken van vet. Sommige zijn een gevolg van de slechte levenswijze van de moeder, terwijl het kind in de baarmoeder was of tijdens de borstvoeding. Andere zijn vooral te wijten aan de voortdurende tekorten die het kind ervaart nadat het is geboren.

Er worden er zeker veel beïnvloed door tekorten van zowel de moeder als het kind. De lijst bevat obesitas bij kinderen, ouderdoms-diabetes bij tieners, verhoogde incidentie van gebroken botten, verhoogde frequentie van alledaagse ziekten zoals verkoudheid en griep, auto-immuunziekten, tiener depressie, astma, allergieën, en gedragsstoringen (ADHD).

3. De toename van autisme in Amerika

Terwijl alle onderwerpen die ik hierboven vermeld, geen onbelangrijke problemen zijn, verbleken ze in vergelijking met de gevolgen van de stijging van de aantallen van autisme. Ik zal de overige aandoeningen in een apart essay behandelen en geef daar dan ook een vollediger verklaring voor  mijn redenen om te geloven dat ze worden veroorzaakt door het cholesterol / vitamine D-deficiëntie syndroom. Maar hier wil ik me richten op autisme. Hoewel ik geloof dat genetische aanleg een belangrijke rol speelt, denk ik ook dat veel van de nieuwe gevallen voorkomen hadden kunnen worden met slechts kleine veranderingen in levensstijl.

In Amerika zijn de aantallen van autisme spectrum stoornissen (waaronder autisme en de mildere vorm, het syndroom van Asperger) schrikbarend toegenomen in de afgelopen dertig jaar: in de jaren 1980 waren er hooguit 4-5 gemelde gevallen per 10.000 inwoners. Tegenwoordig wordt het aantal geschat op 66 per 10.000, een relatieve toename van 1200% of meer [10] (Autisme Statistics). Veel autistische kinderen zullen nooit in staat zijn om zelfstandig te functioneren als een volwassene. In de ernstigste gevallen valt de IQ-test lager uit dan die van een kind met het syndroom van Down. Ze leven in zelfgekozen isolement, en het vormt een extreme uitdaging om te proberen om hen basisvaardigheden van het leven te leren. Asperger is een veel mildere vorm van de ziekte. Asperger kinderen laten vaak IQ testen zien die boven het gemiddelde liggen, maar ze missen intuïtief sociale vaardigheden en komen over als vreemd en onhandig in sociale omgevingen.

Dr John Cannell, een psychiater en prominent voorvechter voor vitamine D, is van mening dat  de  agressieve pogingen van ons land om onszelf te beschermen tegen de zon door overmatige zonnebrandcrème en zon ontwijking achter de epidemische stijging van het aantal gevallen van autisme kan zitten. Hij heeft een non-profit voorvechters groep gesticht, genaamd de vitamine D Raad, en heeft ontzettend veel gepubliceerd op het web om onze bevolking te onderwijzen over de vele voordelen van vitamine D. Hij lijkt echter een verloren strijd te voeren tegen de machtige lobbymachten van de goed geoliede industrie van zonnebrandproducten, die de centen flink binnenharken, te danken aan een 30-voudige toename in de verkoop van zonnebrandmiddelen sinds de jaren 1980.

Dr. Cannell wijst erop dat de torenhoge stijging van autisme samenvalt met de introductie van wijdverspreide praktijken om onbeschermde blootstelling aan zonlicht te voorkomen, een bericht dat er bij het Amerikaanse publiek werd ingehamerd sinds de late jaren 1980. Ik zou er echter aan toe willen voegen dat de toevallige verschijning van een grote hoeveelheid aan reclame voor producten die met de deugden van hun lage vetgehalte adverteerden in mijn ogen in gelijke mate   aan het probleem heeft bijgedragen. De dodelijke combinatie van een gelijktijdige overschakeling naar een laag vet dieet en zon vermijden is de echte boosdoener.

4. De rollen van cholesterol en vitamine D in de hersenen

Zoals ik al heb vermeld, wordt het menselijk brein gekenmerkt door een overvloed van goed geconditioneerde zenuwvezels. Al deze vezels zijn omgeven met een vettige myelineschede die cruciaal is voor hun vermogen om een  signaal van de ene zenuwcel naar de andere over te dragen, in het bijzonder naar één die op enige afstand ligt. De menselijke baby moet dit wonder van de natuur opbouwen uit grondstoffen die het verkrijgt uit het voedsel geleverd door de moeder.

Niet alleen cholesterol is een kern bouwsteen van de hersenen, maar ook vitamine D speelt een belangrijke, hoewel niet goed begrepen rol in de ontwikkeling van de hersenen. Onderzoekers aan de Universiteit van Queensland in Australië hebben de ontwikkeling van de hersenen in de embryonale hersenen van ratten bestudeerd om te beoordelen of de moeder met een lage vitamine D, de ontwikkeling van de hersenen kan beïnvloeden [11]. In de eerste plaats komt de vitamine D receptor (VDR) veel voor in hersencellen, een duidelijke indicatie dat vitamine D een rol speelt(vitamine D in Nervous System). Deze onderzoekers hebben vastgesteld dat de VDR tegelijkertijd verschenen met het goed beschreven stadium wanneer er een toename plaats vindt van apoptotische cellen en een daling van de mitotische cellen tijdens de ontwikkeling van de hersenen. Apoptose is een natuurlijk proces dat de cel programmeert om te sterven; mitose is het proces van splitsing van één cel in twee. Zo besturen deze processen welke cellen verder leven om een integraal onderdeel van de uiteindelijke hersenen te worden en welke cellen er  nutteloos geacht worden en daarom worden weggesnoeid.

In aanvulling op de zenuwvezels, bestaat een substantieel onderdeel van de hersenen uit de zogenaamde gliacellen, die zich vermengen met de neuronen en worden verondersteld om voedingsstoffen te bieden en apoptose en mitose te regelen, dat wil zeggen, dat zij bepalen welke zenuwen kunnen blijven leven of moeten sterven tijdens de snoeifase. In 1997 werd ontdekt dat een factor uitgescheiden door gliacellen een cruciale rol speelt bij het faciliteren van de groei van de synapsen, die de lokale kruispunten tussen de zenuwvezels vormen. In 2001 werd deze onbekende factor geïdentificeerd als cholesterol. Een beslissende studie toonde aan dat extern toegevoegde cholesterol kan dienen als substituut/vervanging voor deze gliale stof die ervoor zorgt dat er zeer efficiënt werkende synapsen worden geproduceerd. Bovendien, wanneer  cholesterol werd verwijderd uit de gliale afscheiding, verloor die het vermogen om synaps groei te stimuleren.

Een andere belangrijke rol die cholesterol speelt in het zenuwstelsel is bij het vormen van gebieden in het celmembraan waar bepaalde eiwitten, van belang voor cel-signalering zijn verankerd. In een studie van 2004 bleek dat deze zogenaamde lipide rafts de groei van de zenuw axonen stimuleren en begeleiden. Van gemis aan cholesterol is aangetoond dat het het vermogen van de axon om in de juiste richting te groeien, vernietigt.

Professor Bartzokis, hoogleraar neurologie aan de UCLA's David Geffen School of Medicine, heeft  in de afgelopen jaren een zeer boeiend onderzoek uitgevoerd over de rol van de myelineschede in neurologische aandoeningen [12] (UCLA Study). Terwijl de ziekte van Alzheimer misschien wel zijn belangrijkste interesse gebied is, is hij de laatste tijd steeds meer gaan geloven dat gebrekkige ontwikkeling van de myelineschede in de zenuwvezels van de zich ontwikkelende foetus en / of baby hersenen een van de kritische factoren zou kunnen zijn die leidt tot autisme. Hij vermoedt ook dat ADHD zou kunnen worden veroorzaakt door een verstoring van de groei van de hersenen tijdens de vroege kinderjaren. Hij heeft de hypothese opgesteld dat ADHD en de  autisme spectrum stoornis te wijten kan zijn aan dezelfde giftige chemische stof, maar dat de blootstelling heeft plaatsgevonden op verschillende tijdstippen in de ontwikkeling van het kind. Dat wil zeggen, dat verschillende delen van de hersenen op verschillende tijdstippen werden voorzien van de myelineschede en, afhankelijk van wanneer de schade werd aangericht, kunnen de symptomen zich manifesteren als autisme of ADHD. Terwijl hij een toxine in de omgeving lijkt te verdenken, geloof ik dat het kan worden toegeschreven aan een gebrek in plaats van een aanwezigheid: het ontbreken van een voldoende aanbod van zowel vitamine D en cholesterol.

In een interview, werd Professor Bartzokis geciteerd: "Hoe dikker en zwaarder de cellen coating, hoe sneller en effectiever hun communicatie. Myelinesatie, een proces dat uniek is in de mens, is misschien wel het belangrijkste en meest kwetsbare proces in hersenontwikkeling als we volwassen en ouder worden. "

Zoals ik al zei, is de myelineschede, die alle zenuwvezels in het zenuwstelsel isoleert, geheel van vet gemaakt. In een reeks experimenten, hebben de onderzoekers in het lab van Bartzokis aangetoond, heel logisch, dat een dunner wordende en afbraak van de myelineschede de zenuw daaronder bloot kan leggen, met het waarschijnlijke gevolg van veelvuldige neurologische en gedragsproblemen. Zonder adequate isolatie, zullen de cellen niet in staat zijn om intacte signalen met elkaar te communiceren. 

Een recente studie die het cholesterolgehalte heeft gemeten voor kinderen met autisme vond een opvallende correlatie tussen lage cholesterol en symptomen van één van beide, autisme of het syndroom van Asperger (Cholesterol Deficiency and Autism). Er is ook aangetoond dat Autisme correleert met een stoornis in de hersenontwikkeling die zich manifesteert als een overdreven nadruk op lokale in plaats van lange afstands communicatie in de hersenen. Het is logisch dat de lange zenuwvezels kwetsbaarder zouden zijn voor groeistoringen simpelweg omdat ze lang zijn, dus het kan een slimme strategie zijn om te focussen op de korte verbindingen, omdat er onvoldoende middelen beschikbaar zijn. Dus zouden de zenuwvezels die het meest te lijden hebben waarschijnlijk de lange afstand communicatienetwerken zijn, gekoppeld aan neuronen in het externe sensorische systeem: de ogen en de oren, bijvoorbeeld. Geluidssignalen (bijvoorbeeld spraak) opgepikt door trillingen op het trommelvlies worden gecodeerd door het slakkenhuis in het binnenoor en vervolgens vervoerd naar meerdere stations in de hersenstam, de thalamus, en tenslotte de primaire auditieve cortex in de temporale kwabben aan de zijkanten van het hoofd. Terugkerende paden bieden feedback van de auditieve cortex helemaal terug naar het binnenoor, met stimulerende en remmende invloeden en plaatsen de interpretatie van het binnenkomende signaal in de juiste context. Al deze routes vereisen een hoge kwaliteit myelineschede om signaal integriteit langs deze weg te verzekeren. Vergelijkbare lange afstands- en meerdere stations paden bestaan voor het visuele systeem.

Defecte myeline zou voor een kind met autisme gevolgen hebben langs al deze paden, die leiden tot een onvermogen om de toespraak die hij hoort of de visuele scène in zijn gezichtsveld te verwerken. Deze verminking van de boodschap van het signaal zou natuurlijk leiden tot een neiging alle externe prikkels te willen afsluiten als gevolg van het lawaai en de verwarring die zij opleveren.

5. Hersenontwikkeling bij het jonge kind

Het brein van een menselijk kind ondergaat een enorme ontwikkeling buiten de baarmoeder: voornamelijk vanaf de geboorte tot twee-jarige leeftijd. Als het kind zintuiglijke input van de ogen, de oren en de huid ervaart, kiemt er een enorme extra groei van zenuwvezels en verbindt deze aan miljoenen synaptische verbindingen door de gehele hersenen. Om deze groei mogelijk te maken, heeft het, zoals ik al zei, een overvloedige en constante aanvoer van zowel cholesterol en vitamine D nodig, die het moet krijgen van zijn moedermelk evenals van zijn eigen blootstelling aan de zon.

Op een goede aanvoer van vette moedermelk, zet de menselijke baby snel lagen vet af op de bovenbenen en bovenarmen. Het is bijna instinctief om op een dikke baby als een gezonde baby te reageren. Ik geloof dat een van de grootste rollen die al dit extra vet speelt, is gelegen in het handhaven van een reserve aanvoer van voedingsstoffen om de snel groeiende hersenen te helpen voeden. Tegen de leeftijd van twee jaar is het kind meestal wat uitgedund, maar in de tussentijd heeft dit lichaamsvet gediend als een uitstekende buffer om een doorlopende aanvoer van vet in stand te houden om de explosieve groei van myelineschede door de gehele hersenen te voeden.

Zoals u zult zien in de volgende paragraaf werkt calcium als een katalysator om de efficiëntie van de vetstofwisseling te verhogen en vitamine D is ook essentieel voor de opname van calcium uit de darm. Dus een kind met te weinig vitamine D zou aanzienlijk meer vetcellen nodig hebben om  een gelijkwaardige hoeveelheid aan de hersenen te leveren. Bovendien zijn de processen van zenuwgroei en synaptische verbindingen beide afhankelijk van vitamine D en cholesterol om die correct uit te kunnen voeren, zoals beschreven in het vorige gedeelte.

Rond de leeftijd van twee jaar, ondergaat het brein van een normaal kind van de hersenen een enorme snoeifase. Door middel van de zintuiglijke ervaringen die het heeft ondergaan tijdens de eerste twee jaar van het leven, hebben de gliacellen in de hersenen voortdurend bijgehouden   welke vezels nuttige signalen hebben getransporteerd naar welke neuronen en naar welke synapsen. Het heeft de synaptische gewichten dienovereenkomstig aangepast, en het is nu klaar om de zenuwvezels met een averechts effect te identificeren. Er ontstaat nu een proces van apoptose (celdood) op een geweldige schaal.

In studies naar de hersenen van autistische kinderen, is geconstateerd dat één van de meest opvallende afwijkingen is dat het erop lijkt dat hun hersenen het massale snoeiproces door middel van apoptose  op de leeftijd van twee jaar niet willen uitvoeren [13]. Dit kan zijn omdat hun gliacellen in hun hersenen niet weten welke zenuwvezels improductief zijn. Signaaloverdracht was onbetrouwbaar tijdens hun eerste twee jaren van het leven als gevolg van de slecht gebouwde myelineschede. Wanneer het signaal van hun hersenen over een pad probeerde te reizen, werd dat uiteindelijk door lawaai overstemd en het onderscheid tussen productieve en improductieve paden was hopeloos vertroebeld. Om dit probleem samen te vatten, zoals we gezien hebben is de signalering naar de apoptose besturing volledig afhankelijk van zowel cholesterol als vitamine D, zodat zelfs als een gliacel zich er al van bewust was dat het een bepaalde axon zou moeten snoeien, hij misschien niet in staat is om dat plan ook echt uit te voeren.

6. Hoe zit het met Calcium?

Melk voorziet in ten minste drie kritische voedingsstoffen voor de pasgeborene: vet, vitamine D en calcium. Uiteraard is een rijke aanvoer van calcium nodig voor de ontwikkeling van botten en tanden. Maar calcium speelt ook een belangrijke rol in vele biochemische processen in het gehele lichaam, vooral in het immuunsysteem en het zich ontwikkelende zenuwstelsel [14] (Calcium Role in Neonatal Brain). In de hersenen is communicatie tussen ver afgelegen zenuwcellen afhankelijk van het actieve transport van calcium door de celmembranen. Storingen in calcium transport worden in verband gebracht met een stoornis in het autisme spectrum in verschillende zeldzame genetische ziekten.

Dit is een van de weinige gebieden waar het zoeken naar specifieke genetische factoren voor autisme vruchten heeft afgeworpen [15] (Calcium Autisme Genetics). Bijvoorbeeld, Timothy syndroom, waarvan bekend is dat het in verband wordt gebracht met storingen in calcium transport, veroorzaakt een veelheid aan problemen, waaronder  immuun-systeem aandoeningen, aangeboren hart- en vaatziekten, epileptische aanvallen, onregelmatige slaappatronen, kleine en rottende tanden, etc. Het vermoeden is dat wel 80% van de mensen met Timothy syndroom een stoornis in het autisme spectrum hebben.

Bij magere melk ontbreekt uiteraard het vet. De kunstmatig daaraan toegevoegde vitamine D zal slecht worden geabsorbeerd wegens het ontbreken van het bijbehorende vet. Maar hoe zit het met calcium? Het goede nieuws is dat calcium oplosbaar is in water, dus als het vet wordt verwijderd, blijft alle calcium achter in de melk. Het slechte nieuws is dat net zoals voor vitamine D, het ontbreken van vet interfereert met de absorptie van calcium via de darmen. Wanneer u  die melk in een kom met zemelen giet, verlaagt u uw vermogen om gebruik van de calcium te maken nog verder. In een onderzoek bij 142 vrouwen [16] (Calcium Absorption in Women), vonden de onderzoekers dat degenen die de hoogste verhouding van vet tot vezels in hun dieet hadden het best in staat waren om calcium in de voeding te gebruiken, terwijl zij die het minst vet en de meeste vezels aten, een groot deel van hun calciuminname verloren. Natuurlijk, vitamine D-tekort zelf, een gemakkelijk gevolg van zon vermijding, heeft een grote invloed op de absorptie van calcium. Bevordering van de absorptie van calcium in de darm is de meest bekende biologische functie van vitamine D.

7. Zwangerschapsdiabetes

Ik neem nu een moment om meer in het algemeen het onderwerp van voeding en voedsel wetenschap te bespreken. Als ik de basis voor basisvoeding heb gelegd, zal ik terugkeren naar het onderwerp van de zwangere moeder, in gevaar gebracht door haar gebrekkige voeding en gebrek aan blootstelling aan de zon, wiens lichaam dat wordt geconfronteerd met bijna onoverkomelijke obstakels, wanneer het wanhopig probeert een constante aanvoer van vet voor de zich ontwikkelende hersenen van de foetus te handhaven. Ik zal proberen om de argumenten zo eenvoudig mogelijk te maken, hoewel de biologische mechanismen die een rol spelen niet eenvoudig zijn.

Ten eerste zou ik graag een goed boek willen adviseren, Good Calories Bad Calories, geschreven door Gary Taubes [7], voor degenen die onderwerpen van voeding en gezondheid serieus willen onderzoeken.

Het meeste van wat in dit gedeelte geschreven is, werd afgeleid uit het lezen van dat boek, hoewel ik er een paar verfraaiingen aan heb toegevoegd, gebaseerd op mijn eigen redenering.

De belangrijkste boodschap van het boek is dat ons land afschuwelijk wordt misleid om te geloven dat een vetarm dieet een gezonde voeding is. Dit bericht is nu zo goed verborgen, dat het bijna onmogelijk is om het omver te werpen. Terwijl zijn voornaamste focus gericht was op diëten die effectief zouden zijn om gewicht te verliezen, werd eveneens met veel nadruk aangegeven dat een dieet rijk aan vet (of op zijn minst een dieet met weinig koolhydraten en veel vet van hoge kwaliteit) een gezonde en duurzame voedingspraktijk is, zelfs als u niet probeert om gewicht te verliezen. Hij pleit voor een dieet dat  zoveel mogelijk geraffineerde suikers (witte suiker) en geraffineerde koolhydraten zoals wit brood, witte rijst en pasta vermijdt.

Het grootste probleem met deze voedingsmiddelen is dat ze te gemakkelijk en te snel verteren. Dit veroorzaakt een piek in de bloedsuikerspiegel die op zijn beurt ervoor zorgt dat de alvleesklier in een hogere versnelling raakt en door overproductie meer dan genoeg insuline genereert om deze suikers af te breken, zodat ze door de lever als glycogeen kunnen worden opgeslagen voor  toekomstige energiebehoeften. Één van de gevolgen is dat de insuline-receptoren steeds minder gevoelig worden voor insuline, waardoor na verloop van tijd diabetes type II ontstaat: een onvermogen om insuline efficiënt te gebruiken. Diabetes kan eenvoudig gediagnosticeerd worden door het meten van de suikerniveaus in de urine, omdat het teveel aan suiker dat niet wordt afgebroken ten gevolge van onvoldoende werking van insuline, uiteindelijk door de nieren als afval materiaal wordt uitgescheiden.

Insuline speelt een cruciale rol, niet alleen in de verwerking van koolhydraten, maar ook in de verwerking van vetten. Interessant is dat een hoog niveau van insuline in het bloed de opslag van vet in vetcellen bevordert. Omgekeerd, een laag niveau bevordert het vrijkomen van vet uit vetcellen in de bloedbaan.

Dit is logisch, want indien er ruim voldoende suiker in het bloed is, kunnen de cellen die suiker gebruiken voor hun energie behoefte, of het kan worden omgezet in vet en opgeslagen in de vetcellen voor later gebruik. Tijdens de nuchtere toestand, daalt de insuline en de vetcellen worden gestimuleerd om hun vetreserves vrij te geven voor de energiebehoeften van de spieren en de hersenen [7, blz. aanbod 432].

Een typische persoon gaat elke dag door een waak/slaap ritme. Insuline niveaus schommelen gedurende de dag, afhankelijk van de aantallen en de inhoud van de maaltijden.

Echter 's nachts terwijl een persoon slaapt, daalt de insuline en de lage insuline werkt als een katalysator om de opgeslagen vetten te bewegen hun aandeel in de voedingsbehoeften van het lichaam te leveren tijdens het lange vasten. Calcium speelt een belangrijke rol in het vetmetabolisme, en vitamine D speelt daarom een indirecte rol door het bevorderen van de opname van calcium in de bloedbaan van het spijsverteringsstelsel. Een persoon met onvoldoende vitamine D (of met onvoldoende calcium in hun dieet) zou een grotere reserve van lichaamsvet moeten dragen om tijdens het vasten een gelijkwaardige vetlevering in stand te houden [17] (Fat Metabolism).

De reden waarom ik de tijd heb genomen om deze voeding gereguleerde mechanismen te beschrijven is, dat ik denk dat ze kunnen worden gebruikt om een bekend fenomeen genaamd zwangerschapsdiabetes uit te leggen, terwijl tegelijkertijd het idee ondersteund kan worden dat het lichaam van de zwangere moeder volledig in beslag genomen wordt door het leveren van voldoende vet aan de groeiende foetus. Zwangerschapsdiabetes is een slecht begrepen fenomeen waarbij een vrouw die eerder geen tekenen van diabetes had laten zien, plotseling suiker in de urine krijgt tijdens de zwangerschap. Het lijkt mij dat een mogelijke verklaring kan worden gevonden als we van de simpele veronderstelling uitgaan dat het lichaam van de moeder wanhopig probeert om een voldoende toevoer van vet voor het embryo in stand te houden. Als ze bezig is met een vetarm dieet, dan zal het absoluut noodzakelijk zijn om vet uit de vetcellen in haar lichaam te halen en dat in haar bloed vrij te geven. Daarna bereikt het vet de placenta en vindt zijn weg naar de bloedstroom van de baby en wordt uiteindelijk afgeleverd aan het zich ontwikkelende zenuwstelsel van de baby. Echter zoals we net hebben gezien, om te bereiken dat de vetcellen hun vet loslaten zullen de insuline niveaus laag moeten worden.

Een vitamine D-tekort zal het probleem verergeren: met de verlaagde of onmogelijke calcium opname, zullen nog lagere insuline niveaus nodig zijn om een vergelijkbaar effect te bereiken.

Vanwege onvoldoende insuline in het bloed, kan de suiker die de bloedbaan binnenkomt niet volledig worden afgebroken. Het gevolg zal afgevoerde suiker zijn dat in de in de urine opduikt, en zich op die manier manifesteert als zwangerschapsdiabetes. Maar niet al het overtollige suiker wordt verspild: een deel ervan zal zijn weg vinden naar de bloedtoevoer van de foetus, die er vervolgens toe zal leiden dat zijn jonge beginnende alvleesklier zijn eigen insuline gaat produceren. De baby zal dan in staat zijn om het teveel aan suiker om te zetten in een eigen persoonlijk aanbod van lichaamsvet, dat extreem nuttig zal blijken, zodra het eenmaal geboren is.

Elke baby die ongebruikelijk groot is bij de geboorte is vaak een zeker teken van zwangerschaps-diabetes. Maar ook, naar mijn mening, is dit overtollige vet bij de geboorte een duidelijk teken waarom zwangerschapsdiabetes nuttig is voor de foetus: zwangerschapsdiabetes wordt ingeroepen als een mechanisme om de foetus te helpen overleven met het oog op een ernstig tekort aan vet van de moeder. Het kind krijgt waarschijnlijk te maken met een voortdurend  tekort aan vet in de moedermelk nadat het is geboren. Dezelfde moeder die een onvoldoende hoeveelheid vet in haar dieet had tijdens de zwangerschap zal dat waarschijnlijk blijven doen na de geboorte.

Kortom, het lijkt mij dat de reden dat zwangerschapsdiabetes optreedt, is dat het lichaam van de moeder bereid is om een deel van de suiker inname tijdens de zwangerschap ongebruikt af te staan als afval, zodat de vetcellen van de moeder hun voorraden vet vrij kunnen geven in de bloedbaan om te voorzien in de onmiddellijke behoefte van de baby van vet voor de zich ontwikkelende hersenen. Op hetzelfde moment kan de foetus gebruik maken van de overtollige suiker om zichzelf te beschermen tegen toekomstige vet tekorten. Als de moeder in aanvulling op het eten van onvoldoende vetten ook een tekort aan vitamine D heeft, zal het veel moeilijker zijn om een voldoende toevoer uit de vetcellen te krijgen, waardoor haar kind in ernstige gevaar komt.

Indien zij vanaf het begin al zeer weinig vetcellen heeft, dan kan er misschien geen ander alternatief zijn voor ernstige gevaren voor het zich ontwikkelende zenuwstelsel van het kind.

8. Demografie van Autisme en vitamine D-tekort

De vitamine D-Raad heeft een 11-pagina's tellend document samengesteld met een overtuigende theorie dat vitamine D-deficiëntie autisme [18] (Vitamin D Deficiency and Autism) veroorzaakt.

In deze paragraaf zal ik een paar van daarin besproken punten benadrukken.

Er zijn interessante demografische gegevens met autisme, zowel in termen van geslacht en ras, die kunnen worden verklaard door verschillen in vitamine D reacties. Jongens lopen vier keer zoveel kans als meisjes om te worden gediagnosticeerd met autisme. Dit kan te wijten zijn aan de opvallende verschillen in de effecten van oestrogeen versus testosteron op de vitamine D-stofwisseling. Oestrogeen lijkt "meervoudige versterkende effecten" op vitamine D-metabolisme te hebben, terwijl de onderzoekers geen enkele relatie tussen testosteron en vitamine D hebben  kunnen aantonen.

Er werd gevonden dat een verbazingwekkende 96% van de zwarte zwangere vrouwen een  vitamine D-tekort hebben. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat hun donkere huid zo veel melanine bevat, dat zij niet in staat zijn om efficiënt vitamine D te genereren uit blootstelling aan de zon. Zwarten in Amerika hebben ook te lijden van een aanzienlijk hogere incidentie van autisme, zo werd geconstateeerd.

Autisme percentages in Europa zijn opvallend hoger bij immigranten met een donkere huidskleur. De incidentie van autisme in Zweden voor kinderen van wie de moeder emigreerde uit Oeganda was 15% - 200 keer hoger dan het percentage in de algemene bevolking. Immigranten uit Somalië naar zowel Zweden als de Verenigde Staten, Minnesota, vertonen ook buitengewoon hoge percentages van autisme [19] (Somali Autism). 25% van de kinderen in de vroege jeugd autisme programma's in Minneapolis zijn afkomstig uit Somalië. Ik denk dat dit een zeer interessante statistiek is, want zowel in Minnesota als Zweden, is vis een belangrijk onderdeel van het dieet, maar het traditionele Somalische dieet bevat geen schaal- en schelpdieren [20]  (Somali Diet). Vis is een uitstekende bron van zowel vitamine D en omega-3 vetten. De Somalische kinderen zijn waarschijnlijk dubbel benadeeld zowel vanwege hun donkere huid, levend in een noordelijk klimaat, en hun te lage consumptie van vis.

Een andere manier om een verband tussen autisme en vitamine D af te leiden is het bestuderen van verbanden van autisme percentages met weerpatronen. Een recente studie uitgevoerd door Michael Waldman aan de Cornell University onderzocht de relatie tussen de hoeveelheid regenval en autisme in de westelijke kust staten van de Verenigde Staten [21] (Rainfall and Autism). Het bleek dat autisme opmerkelijk goed gecorreleerd was met de hoeveelheid neerslag. De counties met de hoogste regenval vertoonde een 30% hoger percentage autisme dan counties met de minste regen. De meest rechtstreekse verklaring voor dit resultaat is vanzelfsprekend dat kinderen in regenachtige omgevingen minder blootstelling aan de zon hebben, en dus meer kans op vitamine D-tekort ervaren.

9. Autisme en Onvruchtbaarheid

Met ingang van 2001 werden 1% van de kinderen geboren in de Verenigde Staten met behulp van IVF. Deze bevolkingsgroep vormt een interessante groep om te bestuderen, want logischerwijs, als onvruchtbaarheid een normaal gevolg is van overmatige ijver bij het handhaven van een dun, gespierd lichaam en een vetarm dieet, dan zouden we verwachten dat de onvruchtbare bevolking een aanzienlijk groter percentage onder deze moeders zouden vormen dan de vruchtbare bevolking. Bovendien, als deze praktijken leiden tot een toename van autisme, dan moet er een groter dan normaal aantal autistische kinderen onder de nakomelingen van IVF zwangerschappen voorkomen.

Er zijn niet voldoende middelen toegekend aan onderzoek over de gezondheid van kinderen geboren door IVF. Toch werd onlangs een boeiende studie uitgevoerd door Mary Croughan van de Universiteit van Californië, San Diego, dat wordt gefinancierd door de federale overheid [22]  (IVF-Autism). In deze studie, die werd gepresenteerd op de American Society for Reproductive Medicine (ASRM) conferentie, vergeleek zij IVF-kinderen, met natuurlijk geboren kinderen. 

Ze onderzocht meer dan 19.000 medische dossiers, en de enige gevallen van autisme en Attention Deficit Hyperactivity Disorder werden gevonden in de IVF-kinderen. Ze vond ook een verhoogd risico van bepaalde aangeboren afwijkingen, cognitieve achterstand, en gedragsproblemen bij de IVF-kinderen. Deze resultaten kunnen te wijten zijn aan een aantal schadelijke aspecten van het IVF-proces zelf, maar het is ook aannemelijk dat de bron van de onvruchtbaarheid en de bron van de autisme hetzelfde zijn: onvoldoende vetten en vitamine D.

10.  Autisme en Tweelingen

Een uitstekende manier om de verschillen in het debat over natuur versus voeding over elk syndroom duidelijk te maken, is om tweelingen te bestuderen. Er zijn diverse studies uitgevoerd over autisme-demografie, en deze hebben enkele intrigerende statistieken over tweelingen laten zien. Een zeer informatieve studie onderzocht gezinnen waar precies twee van de kinderen  autisme hadden [23] (Autism in Twins). De onderzoekers stelden vast, zoals te verwachten was, dat de identieke tweeling van een autistische persoon twaalf keer zoveel kans op autisme heeft als een niet-tweeling broer van een autistische persoon. Echter, als autisme uitsluitend te wijten was aan genetica, dan zou de concordantie voor identieke tweelingen 100% moeten zijn. In plaats daarvan is een derde van de kinderen van wie de identieke tweeling autisme heeft, zelf  niet autistisch. Nog intrigerender is echter het resultaat dat ze verkregen bij de twee-eiige tweelingen. Als je twee-eiige tweeling autisme heeft , heb je vier keer de kans om het ook te hebben, in vergelijking met iemand wiens broer of zus, geboren op een ander tijdstip, het heeft. Aangezien twee-eiige tweelingen niet nauwer genetisch verwant zijn dan broers en zussen,  moet dit zo worden uitgelegd dat wanneer je een tweeling bent, dat een risicofactor is voor autisme. 

Deze statistiek versmalt de mogelijkheden enorm, en suggereert heel sterk een rol voor de gedeelde omgeving van de tweeling. Twee dingen schieten je daarbij meteen te binnen: (1) zij delen de baarmoeder tijdens de foetale fase, en (2) zij concurreren om de moedermelk tijdens de vroege kindertijd. Een moeder die een tekort heeft aan vetten, vitamine D en calcium zal worden geconfronteerd met een nog onoverkomelijker probleem omdat zij belast is met de draagtijd en daarna de verzorging van twee baby's dan het geval zou voor een enkele geboorte . Een schaars goed wordt twee keer zo schaars gemaakt door het simpele feit dat nu de vraag wordt verdubbeld. En zo zou van tweelingen gemakkelijk verwacht kunnen worden om meer vatbaar zijn voor autisme dan eenlingen.

11. Zonnebrandcrème werkt niet

Sinds de jaren 1970, is ons land getuige geweest van een 30-voudige toename in de verkoop van producten tegen zonnebrand, samen met een 30% stijging van de sterfgevallen als gevolg van melanoom [24]. Je zou kunnen denken dat dit gewoon te wijten is aan gevallen bij ouderen die werden veroorzaakt door slechte praktijken in het verleden. Echter, de incidentie van melanoom zijn consistent gestegen bij kinderen met ongeveer 3% per jaar sinds de jaren 1970 [25] (Melanoma in Children). Is het niet tijd om toe te geven dat zonnebrandcrème niet nuttig is? Zelfs de leidinggevenden in de zonnebrandcrème branche zullen toegeven dat ze nooit bewijzen hebben kunnen vinden dat zonnebrandcrème melanoom voorkomt. Echter, het is helaas makkelijk de simplistische gedachte te verkopen dat, omdat de UV-straling van de zon kanker kan veroorzaken, en omdat zonnebrandcrème deze stralen blokkeert, dan moet zonnebrand-crème heel logisch, kanker voorkomen.

De reden dat deze formule onjuist is, is heel eenvoudig: zonnecrème blokkeert ook een mechanisme dat de biologie vele miljoenen jaren geleden ingezet heeft, juist met het doel om ons  tegen de stralen van de zon te beschermen. Het eigen mechanisme van de biologie is echter veel effectiever dan zonnebrandcreme, want het genereert producten die blijven hangen op onze huid (melanine) en in onze bloedstroom (vitamine D) lang nadat het bijzondere uitje naar het strand voorbij is. Wanneer we in het voorjaar naar buiten gaan zonder zonnebrandcrème, zullen we langzamerhand een beschermende kleurlaag opbouwen, terwijl er tegelijk ook een goed aanbod van vitamine D wordt aangemaakt. Tegen de tijd dat de zomer komt, biedt de bruine kleur bescherming tegen hardere stralen van de zon, en gaan we door met het opstapelen van vitamine D, die in staat is om ons door de magere wintermaanden te dragen, wanneer het zonlicht schaars is.

Melanine in de gebruinde huid voorkomt zonnebrand in de zomer.

Vitamine D in het bloed beschermt ons niet alleen tegen huidkanker, maar tegen vrijwel elke kanker die je kunt opnoemen. Als u "vitamine D" in een zoekmachine intypt samen met "prostaatkanker", "borstkanker", "eierstokkanker", "alvleesklierkanker", enz., vindt u dat de hele eerste pagina van het resultaat is gevuld met verwijzingen naar studies die aantonen dat vitamine D belangrijke bescherming biedt tegen die kanker. Bijvoorbeeld, een gecontroleerde studie uitgevoerd aan de Creighton Universiteit in Nevada toonde aan dat mensen die supplementen van vitamine D en calcium kregen, een 77% reductie in de incidentie van kanker hadden vergeleken met die welke een placebo kregen [26] (Vitamin D Prevents Cancer).

Je zou kunnen denken dat je het beste van twee werelden krijgt door zonnebrandcrème rijkelijk toe te passen en flink wat vitamine D oraal in te nemen. Maar dit is een lastig spel om te spelen. Zonnebrandcreme kan je een vals gevoel van veiligheid geven door te voorkomen dat  zonnebrand een waarschuwingssignaal geeft om uit de zon te gaan. [27](Issues with Sunscreen). En orale vitamine D kan niet goed worden opgenomen als het niet samen wordt ingenomen met vet om de vitamine D op te lossen. Indien je grote hoeveelheden inneemt om voor dit probleem te compenseren, kunt je te maken krijgen met toxische reacties en een onderdrukking van het immuunsysteem, het tegenovergestelde van het effect van zonlicht [28] (Issues with Vitamin D Supplements). Het is beter om biologische mechanismen te vertrouwen die al miljoenen jaren de tijd hebben gehad om het natuurlijke proces, dat de zonnestralen gebruikt voor een gunstig effect te perfectioneren. Naar mijn mening is een groot deel van de reden dat we de oorlog tegen kanker aan het verliezen zijn, dat we bezig zijn een oorzaak aanzienlijk te verhogen door het overmatig gebruik van zonnebrandmiddelen.

12. Een vetarm dieet werkt niet

De American Medical Association startte in de jaren 1970 op agressieve wijze campagne dat een gezond dieet constant laag in vetten is en ze hebben die mededeling als de "partij regel" sinds die tijd volgehouden. Vandaag de dag kunt u niet naar de supermarkt gaan zonder rij na rij van voedsel met reclame "laag vetgehalte", "geen vet" of "vetvrij", gebombardeerd te worden met daarbij de subliminale boodschap dat vetten slecht voor je zijn. Ondertussen wordt, veertig jaar later Amerika geconfronteerd met een epidemie van zwaarlijvigheid die bijdraagt aan een groot aantal gezondheidsproblemen, niet alleen voor ouder wordende volwassenen maar ook voor jonge kinderen.

Is er dan een relatie tussen vetarm dieet en obesitas? Gary Taubes is iemand die er zo over denkt. In zijn boek Good Calories Bad Calories, presenteerde hij een overweldigende hoeveelheid bewijsmateriaal om aan te tonen dat de gemakkelijkste en meest effectieve manier om gewicht te verliezen een dieet met een hoog vetgehalte en een lage hoeveelheid koolhydraten is. Een eiwitrijk dieet kan niet worden volgehouden, want na een tijdje kan de degene met dat dieet alweer een magere karbonade gewoon niet meer zien. Door een dieet rijk aan koolhydraten lijdt de afvaller constant aan knagende honger, terwijl er weinig tot geen gewicht wordt kwijtgeraakt. Maar een vetrijk dieet, zoals het Atkins-dieet, werkt relatief pijnloos, gedeeltelijk omdat vetten langer nodig hebben om te verteren, en geeft je een meer verzadigd gevoel.

Het lijkt misschien logisch omdat vetweefsel van vet wordt gemaakt, dat een vetarm dieet kan helpen voorkomen dat u dik wordt. Ironisch genoeg is precies het tegenovergestelde waar. Mensen zijn volledig in staat vetten uit koolhydraten te produceren - een proces dat plaatsvindt in de lever met behulp van insuline. Deze gefabriceerde vetten worden vervolgens verzonden naar verschillende locaties door het hele lichaam, waar ze in vetcellen kunnen worden opgeborgen voor later gebruik. Mijn overtuiging is dat, wanneer de biologische controle mechanismen merken dat er een duidelijk tekort aan vetten in de voeding zit, dan wordt de eetlust automatisch naar boven bijgesteld, om de persoon te bewegen op een bepaalde dag meer calorieën te consumeren dan er verbrand kan worden. Dit heeft de opzettelijke bedoeling van het verzamelen van een voorraad van vetreserves in het lichaam, een metaforische silo, die een gestage stroom van vet voedingsstoffen aan de spieren en de hersenen kan leveren om het schreeuwende tekort in de voeding te overwinnen.

Indien in aanvulling op het eten van een vetarm dieet, de persoon ook agressief de zon vermijdt, dan zal het probleem verergeren en zal waarschijnlijk zelfs zwaarder worden. Dit is vanwege de rol  die calcium speelt in de efficiëntie van de vetstofwisseling, en de rol die vitamine D speelt in de absorptie van calcium.

Het is nu duidelijk geworden dat niet alle vetten gelijk geschapen zijn. De boosdoener die verantwoordelijk is voor het "vetten zijn slecht" bericht is de gedeeltelijk gehydrogeneerde olie, ofwel transvetten. Deze synthetische vetten zijn gemaakt door het toevoegen van waterstof aan vloeibare plantaardige olie die verhit wordt met gebruikmaking van een metaal katalysator, bij een hoge temperatuur. Het resultaat is een vet dat vast blijft op kamertemperatuur en een lange tijd op het winkelschap overleeft. Zodra bedrijven er achter waren gekomen hoe ze dit goed moesten doen, begonnen allerlei soorten van bewerkte voedingsmiddelen, met name margarine maar ook crackers en koekjes op de supermarktschappen te verschijnen. Deze producten worden niet ranzig op kamertemperatuur, omdat zelfs de micro-organismen die ze zouden bederven slim genoeg zijn om ze niet te consumeren. Als u ze in grote hoeveelheden verbruikt, gaat uw "LDL" (slechte) cholesterol  omhoog, en uw "HDL" (goed) cholesterol zal dalen [29] (Wikipedia). Een onderzoek door de Food and Drug Administration in 1999 [30] (Trans Fats Survey) stelde vast dat 95% van de koekjes en 100% van de crackers die te vinden zijn op de schappen van supermarkten bestaan uit deze vetten. Bedrijven zijn nu bezig een versluierde manier te zoeken om de transvetten in al hun producten te vervangen.

De media is onlangs begonnen met de lof van de "Omega 3" vetten - in grote hoeveelheden aanwezig in vette vis zoals sardines en zalm – te zingen. Onderzoekers hebben ontdekt dat eskimo's, waarvan het dieet buitengewoon rijk is aan vet, een uitstekende gezondheid hebben met betrekking tot hart- en vaatziekten prognose. Een recente studie van Fombonne et al.. stelde vast dat de Inuit in het noorden van Quebec volledig vrij van autisme lijken te zijn[31]. Geen enkel geval werd gevonden onder hun kinderen. Dit sluit goed aan bij de theorie hier gepresenteerd, want ze eten een extreem hoog vet dieet, bestaande uit grote hoeveelheden van zeehonden blubber en vette vis zoals zalm. Deze zijn beide uitstekende bronnen van zowel vetten als vitamine D.

Helaas werden zwangere vrouwen in de afgelopen jaren ontmoedigd om vis te eten, vanwege de hoge verontreiniging met kwik, waarvan wordt verondersteld om schade aan de zich ontwikkelende foetus te veroorzaken. Het is frustrerend dat kwik verontreiniging (een geldige zorg) in de weg staat van het krijgen van voldoende omega-3 vetten voor de baby. Echter, recente studies hebben de theorie dat het kwik autisme zou kunnen veroorzaken vrijwel verdreven. Verschillende studies hebben nu bevestigd dat er geen verband is tussen kwik en autisme. In feite bleef in Californië, nadat kwik werd geëlimineerd uit de vaccins, de incidentie van autisme stijgen [32](Mercury and Autism).

Hoewel vis de beste bron is, is er een verrassend groot aantal geschikte voedingsmiddelen die  ook omega-3 vetten bevatten, inclusief walnoten, aardbeien, tofu, bloemkool, spinazie, en sint-jacobsschelpen [33] (Food Sources of Omega 3 Fats).

Zoals is overtuigend aangetoond door de Nurses Study, als je zwanger wilt worden, kun je je  kansen aanzienlijk verbeteren door te genieten van een flinke hoeveelheid volle melk, boter en ijs. In mijn ogen zul je ook de kans op een gezond kind aanzienlijk kunnen verbeteren door gedurende de zwangerschap en de borstvoeding periode op een hoog vet dieet te blijven. Het is echter belangrijk om voedingsmiddelen zorgvuldig te kiezen om zo een goede constante aanvoer van omega-3 vetten te verzekeren en om transvetten zo zorgvuldig mogelijk te vermijden. Er is geen plaats voor een vetarm dieet tijdens de zwangerschap en borstvoeding.

Wat kan er gedaan worden om het probleem op te lossen?

Als u tot hier hebt gelezen, hoop ik dat u ervan overtuigd zult zijn dat de belangrijkste stelling van dit essay waar kan zijn: dat een vetarm dieet, in combinatie met te weinig vitamine D, zowel bij de moeder als het kind, belangrijke bijdragen zijn aan de autisme-epidemie in Amerika. Ik heb in de afgelopen 20 jaar regelmatig onderzoek gedaan naar dit onderwerp, en daarbij plausibele verklaringen gezocht voor de alarmerende stijging van het aantal gevallen van autisme in Amerika. Voor mij is het bewijs dat ik heb gevonden vrij meeslepend, en ik voelde dat het onethisch zou zijn om aan de kant te blijven staan en steeds meer gevallen van autisme te zien verschijnen zonder op zijn minst te proberen deze theorie naar mijn beste vermogen te verwoorden om het naar buiten te brengen met de hoop dat anderen ook kunnen worden overtuigd om het woord te verspreiden.

Ik moet echter toegeven dat er tot nu toe geen definitieve studie is die er geen twijfel over laat bestaan dat deze hypothese juist is. Dit is meer dan iets anders nodig om mensen echt te overtuigen om hun gewoonten drastisch te veranderen, om alle misleidende adviezen die ze eerder hebben gegeven over de voordelen van zonnebrandmiddelen en een laag vet dieet af te leren.

Dit land is in staat snel te reageren zodra een overtuigende studie de mening van experts drastisch verandert. Getuige het geval van Hormoon Suppletie Therapie (HRT), op grote schaal aangeraden aan vrouwen in de overgang om hen te helpen omgaan met opvliegers en, zo werd beweerd, om hun kansen tegen kanker te verbeteren. Een grote gerandomiseerde klinische trial van oestrogeen en progestageen, gebaseerd op de Women's Health Initiative, werd voortijdig afgebroken, omdat de resultaten zo duidelijk het voordeel van de vrouwen lieten zien die het medicijn niet kregen. De studie toonde duidelijk bewijs dat het medicijn heeft bijgedragen aan een verhoogd risico op ontwikkeling van zowel borstkanker en hart- en vaatziekten [34] (Breast Cancer and HRT). De respons was onmiddellijk en dramatisch: receptenbloks bleven oningevuld liggen, de aandelen van farmaceutische bedrijven kelderden, en binnen een korte tijd begonnen overlevingscijfers voor borstkanker te verbeteren.

Ik ben er stellig van overtuigd dat een soortgelijk onderzoek gedaan kan worden over autisme en de correlatie naar de vitamine D-deficiëntie en vetarm dieet. Het kan zijn dat een meta-analyse van de Nurses 'Health Study het enige is dat nodig zou zijn. Het kan zijn dat verdere gesprekken om te bepalen of de moeders van autistische kinderen de neiging hebben om een laag-vet dieet en overijverige bescherming tegen de zon in praktijk te brengen. Bloedonderzoek kan worden uitgevoerd om de niveaus van vitamine D te meten bij autistische kinderen en hun moeders. Individuele kinderen kunnen op een programma gezet worden om ervoor te zorgen dat ze genoeg vitamine D en vet (vooral omega-3 vetten) in hun voeding krijgen. Deze kinderen kunnen vervolgens worden gecontroleerd om te zien of hun autistische symptomen eventuele verbeteringen vertonen - hoewel het misschien al te laat is om de al aangerichte schade aan hun hersenen te corrigeren. Indien dergelijke studies zouden overtuigende resultaten zouden laten zien, zou het Amerikaanse volk snel en effectief reageren, zoals ze eerder in het geval van hormoon substitutie therapie hebben gedaan.

De laatste tijd, en steeds vaker, hebben de media onze aandacht gericht op de alarmerende ontdekking van een epidemie van vitamine D-tekort bij kinderen van onze natie. [35] (Vitamin D Deficiency Epidemic). Mijn overtuiging is dat dit direct is toe te schrijven aan de goedbedoelde, maar over-agressieve toepassing van zonnebrandcrème. Tegelijkertijd zijn experts begonnen de complexe situatie te ontrafelen met de vele soorten goede vetten en slechte vetten, natuurlijke en kunstmatige – en zijn zij tot het besef gekomen dat het probleem niet zozeer ligt in weinig vet, maar vooral in de kwaliteit van vet in de voeding. Het publiek wordt langzamerhand ingelicht  over deze nieuwe onthullingen en hopelijk zullen grote lifestyle wijzigingen binnenkort volgen met positieve uitkomsten.

References

1. Frisch, R.E., Wyshak, G. and Vincent, L., "Delayed Menarche and Amenorrhea in Ballet Dancers," New England Journal of Medicine, Vol. 303, No. 17, 1980.

2. Jorge Chavarro, Walter C. Willett, and Patrick J. Skerrett, The Fertility Diet, McGraw Hill, 2008.

3. Henderson, S. T., "High carbohydrate diets and Alzheimer's disease," Med. Hypotheses 62: 689-700, 2004.

4. Ursula Dicke and Gerhard Roth, Intelligence Evolved,pp. 71-77 in Scientific American Mind , John Rennie, Ed. in Chief, Vol. 19, No. 4, Aug/Sept 2008.

5. http://www.westonaprice.org/moderndiseases/statin.html

6. http://www.cholesterol-and-health.com/Vitamin-D.html

7. Gary Taubes, Good Calories Bad Calories:Challenging the Conventional Wisdom on Diet, Weight Control, and Disease., Alfred A. Knopf., 2007.

8. http://www.ajc.com/health/content/shared-auto/healthnews/bird/518293.html

9. http://www.cholesterol-and-health.com/statins-For-Pregnant-Women.html

10. http://www.autismtoday.com/articles/Researcher%20sees%20link.asp

11. Rachel Burkert, John McGrath, and Darryl Eyles, "Vitamin D receptor expression in the embryonic rat brain", Neuroscience Research Communications Volume 33, Issue 1 , Pages 63 - 71

12. http://www.autismconnect.org/news.asp?section=00010001&itemtype=news&id=6066

13. Courchesne E, Carper R, Akshoomoff N., "Evidence of brain overgrowth in the first year of life in autism," Journal of the American Medical Association, July 16, 290(3), pp. 337-44, 2003.

14. http://content.karger.com/ProdukteDB/produkte.asp?doi=10.1159/000095221

15. C.P. Turner, R. Miller, C. Smith, L. Brown, K. Blackstone,S.R. Dunham, R. Strehlow, M. Manfredi, P. Slocum, K. Iverson, M. West, S.L. Ringler, and Z.C. Berry, "Widespread Neonatal Brain Damage following Calcium Channel Blockade," Developmental Neuroscience, Vol. 29, No. 3, 2007.

http://www.autismcalciumchannelopathy.com/Genetic_Factors.html

16. Wolf, RL, Cauley, JA, Baker, CE, et al., "Factors Associated with Calcium Absorption Efficiency in Pre-and Perimenopausal Women," American Journal of Clinical Nutrition, 72: 466-471, August, 2000.

17. J. E. Chavarro, J.W. Rich-Edwards, B. Rosner, and W.C. Willett, "A prospective study of dairy foods intake and anovulatory infertility," Human Reproduction (online Journal)

http://humrep.oxfordjournals.org/cgi/content/abstract/dem019v1

18. http://www.vitamindcouncil.org/health/autism/

19. http://www.marginalrevolution.com/marginalrevolution/2008/09/the-minnesota-s.html

20. http://en.wikipedia.org/wiki/Cuisine_of_Somaliland

21. http://www.washingtonpost.com/wp-dyn/content/article/2008/11/03/AR2008110302088.html

22. http://www.slate.com/id/2109131/

23.Greenberg DA, Hodge SE, Sowinski J, and Nicoll D, "Excess of Twins among Affected Sibling Pairs with Autism: Implications for the Etiology of Autism," American Journal of Human Genetics 69:1062-1067, 2001.

http://www.pubmedcentral.nih.gov/articlerender.fcgi?artid=447617

24. Daniel Redwood, "We Fought Cancer ... and Cancer Won," Newsweek, September 10, 2008.

25. Lange, J.R. et al., "Melanoma in children and teenagers: An analysis of patients from the National Cancer Data Base." J. Clinical Oncology, 2007 Apr 10; 25:1363-8.

26. Joan M Lappe, Dianne Travers-Gustafson, K Michael Davies, Robert R Recker and Robert P Heaney, "Vitamin D and calcium supplementation reduces cancer risk: results of a randomized trial," American Journal of Clinical Nutrition, Vol. 85, No. 6, 1586-1591, June 2007

27. http://www.vvv.com/healthnews/dsunscre.html

28.Marshall T. G., "Vitamin D discovery outpaces FDA decision making." Bioessays, 30(2), pp. 173-182, Jan 15, 2008.

29. http://en.wikipedia.org/wiki/Trans_fat

30. http://www.nytimes.com/2005/02/13/business/13transfat.html

31. E Fombonne, J Morel, J Macarthur, "No Autism Amongst Inuits From Northern Quebec," Fifth International Meeting for Autism Research, 2006

32. Dr. R. Schechter, "Continuing Increases in Autism Reported to California's Developmental Services System," Archives of General Psychiatry. 2008;65(1):19-24, January, 2008.

http://archpsyc.ama-assn.org/cgi/content/full/65/1/19

http://articles.latimes.com/2008/jan/08/science/sci-autism8

http://www.medicalnewstoday.com/articles/93217.php

33. http://www.whfoods.com/genpage.php?tname=nutrient&dbid=84

34. http://www.cancer.gov/clinicaltrials/results/hrt-and-breast-cancer0204

35. http://www.mycentraljersey.com/apps/pbcs.dll/article?AID=/20080909/HEALTH/809090308/0/ENTERTAIN01

Creative Commons License

Low-fat Diet and Sunscreen: A Recipe for Disaster by Stephanie Seneff is licensed under a Creative Commons Attribution 3.0 United States License.


 

 


 


View My Stats