Nieuws HOMEOPATHIE


balk2.jpg (42734 bytes)

Google


Werking Homeopathie wetenschappelijk aangetoond door Nobelprijswinnaar

In de week dat doktoren homeopathie hebben afgedaan als nonsens, heeft een Nobelprijswinnaar in de wetenschap een ontdekking gedaan over de aard van water dat aanduidt dat de therapie inderdaad een op wetenschappelijk gebaseerde methode is. Professor Luc Montagnier, een Franse viroloog, die de Nobelprijs heeft gewonnen voor het ontdekken van een link tussen HIV en AIDS, heeft mede Nobelprijswinnaars geschokt door hen te vertellen dat water een geheugen heeft dat zelfs voortzet na vele malen van verdunning. Het idee is een van de fundamenten van homeopathie, welke zegt dat de kracht van een substantie wordt versterkt door verdunning (potentiëren). Montagnier heeft ontdekt dat de oplossing, die DNA van virussen en bacteriën bevat, "lage radiogolven kunnen uitzenden".

Lees verder


Homeopathie verlost biggen van E. Collie-diarree

Het gebruik van antibiotica in de veehouderij kan een bedreiging vormen voor volksgezondheid, diergezondheid en milieu. Wageningen Universiteit onderzocht of homeopathie een alternatief is bij de behandeling van E. coli-diarree bij jonge biggen. Naast een kostenreductie, zijn ook het vermijden van antibioticaresistentie en het uitsluiten van geneesmiddelenresidu's in dierlijke producten, belangrijke voordelen.

Link

Lucas


Homeopathie, een wetenschappelijk congres

Ondanks het regelmatige ‘geschreeuw’ hier op de site, vanuit diverse pluimage (zoals dat zo mooi heet) menen we er toch en vooral goed aan te doen, je te wijzen op een wetenschappelijk congres over Homeopathie dat op 10 Juni wordt gehouden. Maar ik hoor je al roepen: “Wetenschappelijke homeopathie? Kan dat dan?” Ja natuurlijk joh, laat ‘ze’ toch lekker schreeuwen. Scepticisme staat absoluut niet gelijk aan wetenschap, als je dat maar weet! Integendeel zouden we bijna roepen.. Sceptici en ook sceptische wetenschappers  hebben natuurlijk geen enkel ‘alleenrecht op de ‘waarheid”..

Link

Geert


Homeopathie verdient extra aandacht..

Wij dienen in deze tijd van veranderingen onszelf te dwingen ‘open’ te staan voor deze veranderingen.
Omdat we de verandering ZELF zijn! Dat betekent dat onze ‘vaste kernwaarden’, ook onderhevig zouden
moeten zijn aan een kritische blik. Zo ook de waarden waar we al die tijd zo rotsvast in geloofden!

Homeopathie is voor die mensen, die onherroepelijk geloven in een materiële wereld, een verschrikking.
De discussie splitst zich dan vaak toe op de zg. ‘Homeopathische verdunningen’..Hoe kan bijvoorbeeld water nou worden beïnvloed en eigenschappen bezitten van een andere stof, die met dit water in aanraking is geweest, maar waarvan geen sporen meer terug te vinden zijn in dat water..?Dat is ongeveer de stelling van de anti-homeopathen.. Maar de praktijk werkt anders, zo blijkt keer op keer.

Link

Geert


HOMEOPATHIE

In het oude Griekenland kwamen al homeopathische denkbeelden voor, voor het eerst ongeveer 4 tot 5 eeuwen voor Christus. In die tijd leefde Hippocrates (470 - 377 voor Christus). Hij wordt gezien als de 'vader van de geneeskunst'. Hippocrates droeg twee belangrijke stellingen aan: De klachten van een patiënt worden genezen door middelen met een tegengestelde werking. Dit is het contraria-principe: het uitgangspunt voor de reguliere geneeskunde.

De ziektetoestand wordt genezen door middelen die op de ziekte gelijkende verschijnselen oproepen. Dit is het similia-principe, het uitgangspunt van de homeopathie. Hippocrates maakte dus duidelijk onderscheid tussen het bestrijden van symptomen (reguliere geneeskunde) en het genezen van de ziektetoestand (homeopathie).

Bijna tweeduizend jaar later duikt deze gedachte opnieuw op bij de Zwitserse alchemist (alchemie is een oude wetenschap waarin allerlei godsdienstige elementen en menswetenschappen samenkwamen), arts en hoogleraar Paracelsus (1493-1541). Uit onderzoek naar arsenicumvergiftiging concludeerde hij dat, wanneer men ziekteverschijnselen vindt die lijken op de symptomen van een arsenicumvergiftiging, men de ziekte kon genezen met behulp van arsenicum. Hij ontdekte dus dat men bepaalde ziekten kon genezen door ze te bestrijden met middelen die gelijkende symptomen opriepen. Zijn stelling: "dosis sola fecit venenum", oftewel: "alleen de dosering maakt iets giftig", is nu nog steeds een actuele leerstelling. Pas na het jaar 1750 werden onder andere de ideeën van Paracelsus verder ontwikkeld tot de geneeswijze die nu
homeopathie genoemd wordt.

Dr. Samuel Hahnemann (1755 - 1843) was een Duitse arts en de grondlegger van de homeopathie zoals wij die nu kennen. Hoewel voor Hahnemann ook Hippocrates en Paracelsus al homeopathische denkbeelden hadden, is Hahnemann de eerste geweest die de homeopathie systematisch en praktisch uitwerkte. Van hem is onder meer de huidige invulling van het sirnilia-principe afkomstig. Door op zichzelf en anderen te experimenteren, ontdekte hij de beginselen van de homeopathie. Heel bekend is zijn eerste
experiment met kinabast. Kinabast was destijds de meest effectieve stof tegen malaria. Hahnemann slikte de kinabast zelf. Het resultaat was dat hij alle verschijnselen vertoonde van iemand met malaria. Op basis van deze zelftest ontdekte hij dat mensen met bepaalde ziektesymptomen genezen konden worden als men hen middelen toediende, die bij gezonde mensen deze symptomen juist opwekken. Daarop baseerde Hahnemann zijn stelling: Simimilia Similibus Curentur "het gelijke wordt met het gelijkende genezen", In 1796 publiceerde hij voor het eerst over zijn resultaten. In 1810 verscheen zijn belangrijkste werk "Organon der Heilkunst", een uitvoerig instructieboek voor artsen. In dat boek heeft hij alle basisprincipes van de homeopathie uiteengezet.

Stromingen binnen de homeopathie:
Door de navolgers van Hahnemann zijn de basisprincipes van de homeopathie verder uitgewerkt. Daardoor zijn drie verschillend stromingen ontstaan. Deze drie stromingen zijn gebaseerd op één of meer stellingen van Hahnemann. Alle drie de stromingen hebben een gemeenschappelijk doel; het stimuleren van het zelfgenezend vermogen van het lichaam.

Klassieke homeopathie.
De klassieke homeopathie gaat uit van het similia-principe en de holistische zienswijze. Het betekent dat er niet zozeer gekeken wordt naar de ziekte of naar het zieke orgaan opzich, maar naar de persoon met zijn klachten in zijn geheel. Daarbij wordt verband gelegd tussen de geestelijke, emotionele en lichamelijke toestand van een persoon. Deze toestanden samen, ookwel constitutie genoemd, en ook de wisselwerking van de patiënt met zijn omgeving, zijn van belang bij de keuze van de goede homeopathische behandeling of het juiste homeopathische geneesmiddel. De klassieke homeopathie acht ieder mens uniek. Daarom kunnen bijvoorbeeld tien mensen die hoofdpijn hebben ieder een verschillend middel krijgen. Belangrijk is waardoor de hoofdpijn is ontstaan, wanneer die op komt zetten, waar en hoe in het hoofd de hoofdpijn zit, of de hoofdpijn gepaard gaat met andere symptomen, hoe het karakter van de persoon is en hoe die reageert. De patiënt krijgt vervolgens een geneesmiddel voorgeschreven dat het meest gelijksoortig is aan zijn klacht en unieke persoonlijkheid. Doordat het middel gelijksoortig is aan de patiënt en van binnenuit het immuunsysteem prikkelt, stimuleert het hem om opnieuw in evenwicht te komen. De aanhangers van de klassieke homeopathie streven ernaar zoveel mogelijk volgens de oorspronkelijke aanwijzingen van Hahnemann te werken. Wel wordt daarbij gebruik gemaakt van nieuwe ontwikkelingen.

Klinische homeopathie.
De klinische homeopathie richt zich meer op de feitelijke klacht en lijkt daardoor sterker op de reguliere geneeskunde. De klinische homeopathie zoekt naar standaardmiddelen voor standaardziekten. Daarbij wordt gebruik gemaakt van homeopathische middelen waarvan bekend is dat ze op een bepaald orgaan of orgaansysteem werken. Men werkt wel volgens het homeopathische similia-principe, maar zoekt niet naar het best passende middel bij de patiënt als geheel, zoals bij de klassieke homeopathie. Niet de gehele persoon, maar de ziekte staat centraal bij de klinische homeopathie.

Complexhomeopathie.
Bij de complexhomeopathie worden verschillende homeopathische middelen, die betrekking hebben op hetzelfde orgaan of op dezelfde ziekte, bij elkaar gevoegd. Bij de complexhomeopathie wordt dus niet gekeken naar één bepaalde stof of naar één bepaald middel dat het beste bij de persoon past (zoals bij de klassieke homeopathie). Ook wordt niet gewerkt met middelen die op een bepaald orgaan werken (zoals bij de klinische homeopathie). De complexhomeopathie werkt met middelen die bestaan uit meerdere werkzame stoffen die allemaal werken tegen eenzelfde soort klacht. De specifieke werking van elk samengevoegd geneesmiddel is anders. Anders gezegd: complexmiddelen zijn zo samengesteld dat er voor alle symptomen van een zelfde soort klacht (bijvoorbeeld hoofdpijn) een homeopathisch bestanddeel in zit dat de symptomen dekt en daarmee de ziekte kan genezen. Vaak worden in een complexmiddel 10 tot 40 middelen tegelijk gebruikt. Hierdoor heeft het geneesmiddel een bredere werking. In bepaalde gevallen verhoogt het gebruik van een complexmiddel de kans op snel resultaat. Complexmiddelen worden veel gebruikt bij zelfmedicatie en zijn evenals de middelen die horen bij de andere homeopathische stromingen te verkrijgen in de Linnaeus Apotheek.

Homeopathica:
Alle grondstoffen die gebruikt worden voor de bereiding van homeopathische geneesmiddelen, worden zorgvuldig gecontroleerd op identiteit, zuiverheid en kwaliteit. Als een grondstof in een farmacopee voorkomt, moet zij aan de daarin omschreven eisen voldoen. Een farmacopee is een officieel handboek met eisen waaraan de grondstoffen, gebruikt bij de bereiding van geneesmiddelen moeten voldoen. Homeopathica worden voor ongeveer 80% bereid uit planten of uit plantaardige producten. Daarnaast wordt
ook gebruik gemaakt van dierlijke producten en mineralen. Tenslotte kunnen ze gebaseerd zijn op enkele ziektestoffen. De basis voor de bereiding van elk homeopathisch geneesmiddel is de oertinctuur (Ø), oftewel de oerstof. Doordat de oertinctuur nog onbewerkt is, is het de meest geconcentreerde vorm van de grondstof. Allereerst moeten de gezondheid en de identiteit van de plant vastgesteld worden (ervan uitgaande dat de grondstof aan een plant wordt onttrokken). Daarna worden vreemde en onwerkzame delen van de plant verwijderd. De onderdelen die overblijven, worden vermalen en vermengd met alcohol. Dit mengsel laat men trekken; maceren. Na het maceren wordt de brij (één tot enkele weken later) uitgeperst en gefiltreerd. Zo verkrijgt men de oertinctuur, die als fytotherapeuticum gebruikt kan worden of bereid als homeopathisch geneesmiddel door het te potentiëren. Het potentiëren van de oertinctuur is het stapsgewijs verdunnen en schudden ervan. De vloeibare verdunningen die na elke stap ontstaan, worden diluties genoemd. Een proces dat door Hahnemann is uitgevonden: de meerglasmethode. Deze methode houdt in dat voor iedere potentie een ander flesje gebruikt wordt. Om de negatieve effecten (vergiftigingen) van het geneesmiddel te verminderen en de positieve effecten (werkzaamheid) ervan te vergroten, zocht hij naar de laagst mogelijke dosis van een grondstof waarbij toch een duidelijk effect was. Hij kwam er proefondervindelijk achter dat het middel een beter effect had als de verdunning vooraf werd geschud. Zelfs
na veel verdunningen bleek het middel op deze manier nog een genezende werking te hebben. Daarom wordt sindsdien na elke verdunningsstap de verdunning geschud: dynamiseren. Elk tussenproduct is een potentie. Op de verpakkingen van homeopatica staat een code die de verdunningsfactor aangeeft met een letter en daarachter met een cijfer het aantal verdunningstrappen.

Potenties: Alle verdunningen onder D6 worden als lage potenties gezien. De letter D staat voor decimaal; verdunningsfactor (1:10). Dat betekent dat één deel van de grondstof wordt gemengd met 9 delen alcohol van de voorgeschreven sterkte. Het cijfer 6 betekent dat de grondstof via 6 trappen van elk 1 op 10 is verdund. - D6 tot D12 zijn de middelpotenties. - D12 tot D23 zijn de hogere potenties. - Boven de D23 wordt gesproken van hoge potenties.

C-, K-, of LM-potenties

C-potenties worden bereid volgens de centesimale schaal, waarbij trapsgewijs verdund en geschud wordt in een verhouding van 1 op 100. Daarbij wordt één deel van de grondstof dus gemengd met 99 delen alcohol. Ook aangeduid met de letters CH, centesimaal verdund volgens Hahnemann. K-potenties worden gepotentieerd volgens de eenglasmethode van Korsakoff in trappen van 1 op 100. De eenglasmethode houdt in dat, in tegenstelling tot de D- en C-potenties, opeenvolgende K-potenties steeds in hetzelfde flesje bereid worden. Na intensief schudden wordt het flesje leeggegoten. Aan het overgebleven restant (1%) wordt opnieuw verdunningsvloeistof toegevoegd. LM-potenties worden gepotentieerd in gefaseerde trappen van 1 op 50.000. L=50 en M=1000.  Alcohol is niet het enige verdunningsmedium omdat niet alle grondstoffen hierin oplosbaar zijn. Daarom wordt in plaats daarvan lactose (melksuiker) gebruikt. In plaats van krachtig schudden met alcohol wordt de grondstof krachtig verwreven met melksuiker met behulp van een mortiermolen. Door deze verwrijving ontstaat er een homogeen mengsel in poedervorm. Hiervan worden vervolgens tabletten geslagen. Granules zijn poreuze korrels gemaakt van sacharose (suiker). In deze korrels is een dilutie verwerkt.

Bron: Linnaeus Apotheek bv
Linnaeusstraat 81
1093 EK Amsterdam
tel. 0031(0)20-6651285
http://www.linnaeus.nl


 

 


 


View My Stats