Neurofeedback hoopvol voor behandeling tinnitus
CHICAGO - Volgens een vandaag gepresenteerde studie
tijdens de jaarlijkse meeting van de Radiological
Society of North America (RSNA) hebben onderzoekers die
zich bezig houden met functionele MRI (fMRI) ontdekt dat
neurofeedback training de mogelijkheid biedt om ernstige
tinnitus te verminderen of zelfs te elimineren.
Tinnitus is de gewaarwording van geluid, vaak een
toon, in het oor. Het komt veel voor, bij ca. éen op de
vijf mensen. Als mensen die hieraan lijden er meer op
beginnen te focussen, worden ze meer gefrustreerd en
ongerust, waardoor het geluid erger lijkt. De primaire
auditieve hersenschors, dat deel van de hersenen waar
auditieve input wordt verwerkt, is betrokken bij
tinnitus-gerelateerde stress.
Voor de studie keken onderzoekers naar een
baanbrekende, potentiële manier om tinnitus te
behandelen door mensen gebruik te laten maken van
neurofeedback training om hun focus te verplaatsen, weg
van de geluiden in hun oren. Neurofeedback is een manier
om het brein te trainen door iemand een bepaalde vorm
van een extern signaal in de hersenactiviteit te laten
zien en te laten proberen hier controle over uit te
oefenen.
“Het idee is dat bij mensen met tinnitus er teveel
aandacht is voor de auditieve cortex, waardoor het
actiever wordt dan bij gezonde mensen,” zegt Matthew S.
Sherwood, Ph.D., onderzoekswetenschapper en
adjuctfactultatief bij het Department of Biomedical,
Industrial and Human Factors Engineering van Wright
State University in Fairborn, Ohio. “We hopen dat
lijders aan tinnitus neurofeedback kunnen gebruiken om
de aandacht af te leiden van hun tinnitus en het
mogelijk te doen verdwijnen.”
Om de mogelijke slagingskans van deze benadering vast
te stellen, lieten de onderzoekers 18 gezonde
vrijwilligers met een normaal gehoor vijf
fMRI-neurofeedback trainingsessies volgen. De deelnemers
kregen oordoppen waardoor af en toe witte ruis te horen
was. Deze oordoppen dienden ook om het lawaai van de
scanner te blokkeren.
Voor het fMRI-resultaat gebruikten de onderzoekers
‘single-shot echoplanar imaging’, een MRI-techniek die
gevoelig is voor bloedzuurstofgehaltes, en daardoor voor
een indirecte meting van hersenactitiviteit zorgt.
“We begonnen met afwisselende periodes van geluid en
geen geluid om het brein in kaart te brengen en gebieden
te vinden die de meeste activiteit vertoonden tijdens de
geluidsfase,” zegt dr. Sherwood. “Daarna selecteerden we
de voxels (volume + pixel - toegekende waarde aan een in
een driedimensionale ruimte gebonden volumecel - EL) die
hevig geactiveerd werden toen het geluid afgespeeld
werd.”
Daarna participeerden de deelnemers in de
fMRI-neurofeedback trainingsfase in de MRI scanner. Ze
kregen witte ruis te horen door hun oordoppen en konden
de activiteit in hun primaire auditieve cortex waarnemen
als een balkje op een scherm. Elke fMRI-neurofeedback
trainingsrun bevatte acht blokken, verdeeld in een 30
seconde ‘relax’ periode, gevolgd door een 30 seconde
‘verlagings’periode. De deelnemers kregen instructies om
tijdens de relaxperiode naar het balkje te kijken en
actief te proberen deze naar beneden te krijgen door het
verlagen van de activiteit in de primaire auditieve
cortex tijdens de verlagingsperiode.
De deelnemers kregen hulptechnieken van de
onderzoekers, zoals het proberen om de aandacht voor
geluid te verplaatsen naar andere sensaties, zoals
gevoel en zicht.
“Velen focusten op hun ademhaling omdat dit een
gevoel van controle gaf,” zegt dr. Sherwood. “Door het
afleiden van de aandacht van geluid, verminderden de
deelnemers de activiteit van de auditieve hersenschors,
en de signalen die we maten werden ook minder.”
Een controlegroep van negen personen kregen een
schijn neurofeedback - ze voerden dezelfde taken uit als
de andere groep, maar de feedback kwam niet van henzelf
maar van een willekeurige deelnemer. Door het uitvoeren
van precies dezelfde procedures met beide groepen, met
zowel echte als nep-neurofeedback, konden de
onderzoekers het effect van echte neurofeedback op de
controle van de primaire auditieve cortex onderscheiden.
De studie vertegenwoordigt de eerste
fMRI-neurofeedbacktraining die toegepast is om
demonstreren dat er een significante relatie is tussen
controle van de primaire auditieve cortex en
aandachtsprocessen. Dit is belangrijk voor
therapeutische ontwikkelingen, zegt Sherwood, omdat de
neurale mechanismen van tinnitus onbekend zijn, maar
waarschijnlijk gerelateerd aan aandacht.
De resultaten geven veelbelovende
onderzoeksmogelijkheden die kunnen leiden naar
verbeteringen in andere gezondsheidsaspecten, zoals pijn
management, volgens dr. Sherwood.
“Uiteindelijk willen we dat wat we van MRI geleerd
hebben ontwikkelen naar een neurofeedback programma
waarbij het gebruik van MRI niet meer nodig is, zoals
een app of thuistherapie dat toegepast kan worden op
tinnitus en andere aandoeningen,” zegt hij.
Vertaling: Ellen Lam