GM sojaolie veroorzaakt minder obesitas en
insulineresistentie maar schadelijk voor leverfunctie
Onderzoek op muizen door UC Riverside vergelijkt
Plenish met conventionele sojabonen, kokosnoot en
olijfoliën
UNIVERSITY OF CALIFORNIA - RIVERSIDE
RIVERSIDE, Calif. - Onderzoekers van de universiteit
van California, Riverside, testten een genetisch
gemodificeerde (GM) sojaolie die in restaurants gebruikt
wordt en ontdekten dat, hoewel het minder obesitas en
insulineresistentie veroorzaakt dan conventionele
sojaolie, het effect op diabetes en leververvetting
hetzelfde is als conventionele sojaolie. Sojaolie is de meest gebruikte plantaardige bakolie
in de Verenigde Staten, en de populariteit wordt
wereldwijd groter. Rijk in onverzadigde vetten, vooral
linolzuur, veroorzaakt het obesitas, diabetes,
insulineresistentie en leververvetting bij muizen.
Onderzoekers van UC Riverside testten Plenish®, een
genetisch gemodificeerde (GM) sojaolie, uitgebracht door
DuPont in 2014. Plenish is ontworpen voor een lager
linolzuurgehalte, met als resultaat een olie
vergelijkbaar met olijfolie, de basis van een
Mediterraan dieet en als gezond beschouwd. In de studie,
vandaag gepubliceerd in Nature Scientific Reports,
worden voor het eerst de langetermijn metabolische
effecten van conventionele sojaolie vergeleken met die
van Plenish.
De studie vergelijkt ook zowel de conventionele
sojaolie als Plenish met kokosolie, rijk aan verzadigde
vetzuren die de minste gewichtstoename veroorzaakt onder
alle geteste vetrijke diëten.
“We zagen dat alle drie de oliën het
cholesterolgehalte in lever en bloed verhoogden, hiermee
de populaire mythe verjagend dat sojaolie cholesterol
verlagend is,” zegt Frances Sladek, hoogleraar
celbiologie, leider van het studieproject. Vervolgens
vergeleken de onderzoekers Plenish met olijfolie. Beide
oliën hebben een hoog oliezuurgehalte, een vetzuur
waarvan men aanneemt dat deze de bloeddruk verlaagt en
helpt bij gewichtsverlies.
“Bij onze muisproeven had olijfolie nagenoeg dezelfde
effecten als Plenish - meer obesitas dan kokosolie,
hoewel minder dan conventionele sojaolie - en
leververvetting, wat verrassend is omdat olijfolie juist
beschouwd wordt als de gezondste van alle plantaardige
oliën,” zegt Poonamjot Deol, assistent
projectwetenschapper van Sladek’s lab en de
co-hoofdauteur van het onderzoeksproject. “Plenish, dat
een vetzuurcompositie heeft vergelijkbaar met olijfolie,
veroorzaakte hepatomegalie, of een vergrote lever, en
leverdisfunctie, net zoals olijfolie.”
Sladek verklaarde dat sommige negatieve metabolische
effecten van dierlijk vet, die onderzoekers vaak zien
bij knaagdieren, eigenlijk het gevolg zouden kunnen zijn
van de hoge linolzuurgehaltes, gezien het feit dat de
meeste boerderijdieren in de VS sojameel gevoerd
krijgen. “Waarschijnlijk daarom laten onze experimenten
zien dat een door conventionele olie verrijkt dieet met
een hoog vetgehalte bijna dezelfde effecten heeft als
een dieet gebaseerd op dierlijk vet,” zegt ze.
De onderzoekers speculeren verder dat de verhoogde
consumptie van sojaolie in de V.S. sinds 1970 een factor
zou kunnen zijn die bijgedragen heeft tot de
obesitasepidemie. Volgens de Centers for Disease Control
and Prevention is 35% van de volwassenen obese. In
sommige etnische groepen echter, zoals
Latijns-Amerikanen en Afro-Amerikanen, is 42-48% van de
bevolking obese. Obesitas, officieel door de American
Medical Association in 2013 als ziekte aangemerkt, wordt
in verband gebracht met diabetes, hartziektes en kanker.
“Onze uitkomsten relateren niet noodzakelijk aan
andere sojaproducten zoals sojasaus, tofu, of sojamelk -
voornamelijk producten uit het water-oplosbare
compartiment van de sojaboon. Olie, aan de andere kant,
is uit het vet-oplosbare compartiment,” zegt Sladek.
“Meer onderzoek naar de hoeveelheden linolzuur in deze,
en andere producten, is nodig.”
Linolzuur is een essentieel vetzuur. Bij alle mensen
en dieren moet dit uit voeding verkregen worden. “Maar
alleen omdat het essentieel is betekent niet meteen dat
het goed is om er meer van te nemen in je voeding,” zegt
Deol. “Onze lichamen hebben slechts 1-2% linolzuur nodig
uit onze voeding, maar Amerikanen hebben gemiddeld 8-10%
linolzuur in hun voeding.”
Deol en Sladek adviseren om conventionele sojaolie
zoveel mogelijk te vermijden. “Dit kan moeilijk zijn
omdat conventionele sojaolie in de meeste restaurants
gebruikt wordt en in de meeste bewerkte
voedingsmiddelen,” zegt Deol. “Een voordeel van Plenish
is dat het minder transvetten genereert dan
conventionele sojaolie.”
“Maar met het effect op de lever zou Plenish nog
steeds niet mijn eerste keus zijn voor een olie,” zegt
Sladek. “Zeker, ik gebruikte thuis alleen olijfolie,
maar nu vervang ik het af en toe door kokosolie. Van
alle tot dusverre geteste oliën, produceert kokosolie de
minst negatieve metabolische effecten, zelfs al bestaat
het bijna geheel uit verzadigd vet. Kokosolie verhoogt
het cholesterolgehalte, maar niet meer dan conventionele
olie of Plenish.”
De onderzoekers hebben het cardiovasculaire effect
van kokosolie niet onderzocht.
“Met als gevolg dat we niet weten of het door
kokosolie verhoogde cholesterol nadelig is,” zegt
Sladek. “De boodschap is dat het het beste is om niet
slechts één olie te gebruiken. Verschillende dieetoliën
hebben vergaande en complexe effecten op het metabolisme
die aanvullend onderzoek nodig hebben.”
De studie bouwt voort op eerder onderzoek van de
onderzoekers waarbij sojaolie vergeleken werd met een
fructoserijk dieet en concludeerde dat sojaolie meer
obesitas en diabetes veroorzaakt dan kokosolie.
De volgende stap voor de onderzoekers, die een
positieve correlatie vonden tussen oxylipinen
(geoxideerde vetzuren) in linolzuur en obesitas, is het
vaststellen of de oxylipinen obesitas veroorzaken en zo
ja, door welk mechanisme. Ze zullen tevens de effecten
van conventionele en GM sojaolie bestuderen op de
darmgezondheid.
Vertaling: Ellen Lam