Werken in de nachtdienst wordt geassocieerd met verminderde capaciteit om DNA-schade te repareren

Het Fred Hutch onderzoek vindt verband tussen DNA reparatie en onderdrukte melatonine niveaus bij nachtdienst werknemers.

Een onderzoek van het Fred Hutchinson Cancer Research Center, geleid door epidemioloog Dr. Parveen Bhatti, ontdekte dat er een connectie is tussen werken in de nachtdienst en een verminderde capaciteit om DNA letsels te repareren. Na verloop van tijd zal niet gerepareerde DNA-schade mutaties veroorzaken die kunnen leiden tot kanker.

De studie, online gepubliceerd in het tijdschrift Occupational and Environmental Medicine, een dochteronderneming van het British Medical Journal, ondersteunt eerder onderzoek dat suggereert dat werken in de nachtdienst kan worden geassocieerd met een verhoogd risico op kanker.

“Nachtdienst is een complexe blootstelling,” zei Bhatti. “ ’s Nachts is het licht. Er is een storing in het slaappatroon. Men kan verschillende soorten schema’s hebben.” Hij legt uit dat dit onderzoek inhaakt op een bepaald mechanisme dat de basis kan vormen voor de associatie tussen kanker en werken in de nachtdienst.

Een onderzoek van 2001, gedaan door Fred Hutch epidemioloog Dr. Scott Davis, ontdekte dat verpleegkundigen die regelmatig tijdens een nachtdienst werkten een grotere kans hadden op borstkanker. Andere onderzoeken ondersteunden de nachtdienst-kanker connectie, die in 2007 het Agency for Research on Cancer leidde naar het feit dat klassieke nachtdienst geclassificeerd kan worden als ‘waarschijnlijk kankerverwekkend voor de mens’.

Een gepubliceerd onderzoek van vorig jaar, die gebruik maakte van data van de U.K. ‘Million Women Study’, toonde echter de connectie tussen nachtarbeid en borstkanker bij postmenopausale vrouwen. Bhatti vertelde dat deze resultaten wellicht niet juist zijn omdat ze vertrouwden op de herinnering van hun deelnemers aan hun nachtdienst tijd, wat al tien jaar geleden was. In het onderzoek werd geen rekening gehouden met de intensiteit van het nachtwerk, wat in deze groep minimaal was.

“De onderzoeken die ik geleid heb omzeilen het gebruik van historische gegevens over nachtarbeid door te kijken naar directe biomarkers van het effect,” zei Bhatti. “In plaats van dat we naar kanker als eindpunt kijken, kijken we bij de huidige nachtdienst werknemers, naar de biomarker waarvan we weten dat die aan kanker gerelateerd is, zoals een oxidatieve DNA-schade marker.”

Om de effecten te begrijpen die nachtarbeid heeft op werknemers heeft Bhatti de aanwezigheid van de biomarker 8-hydroxydeoxyguanosine (8-OH-dG) gemeten in de urine van nachtdienst werknemers en ging hij vervolgens na of er een verandering was in het niveau als die mensen terugkeerden naar een nacht-slaapschema tijdens hun vrije dagen. Uit de analyse bleek dat nachtarbeiders meer biomarkers uitscheidden tijdens hun nachtdienst periode dan tijdens de perioden met nachtrust.

De uitgescheiden 8-OH-dG wordt geassocieerd met een laesie die wordt gecreëerd als het reguliere cellulaire metabolisme reactieve zuurstofsoorten produceert, die vervolgens reageren met DNA. Normaal gesproken repareert het lichaam deze
8-OH-dG laesies en elimineert de biomarker via de urine. Als het echter niet gerepareerd wordt zullen de 8-OH-dG letsels mutaties veroorzaken die uiteindelijk kanker veroorzaken. Bhattis’ bevindingen dat nachtdienst medewerkers minder van de biomarker uitscheiden tijdens hun perioden van nachtwerk wijst erop dat minder van deze laesies natuurlijk gerepareerd worden.

“De schade was daar maar werd niet gerepareerd,” zei Bhatti. “Het zit in hun cellen.”

In een eerder onderzoek vergeleek Bhatti overdag slapen met nachtrust. Beide onderzoeken analyseerden proefpersonen uit dezelfde populatie mannen en vrouwen die werkzaam zijn in de zorgsector, zoals verpleegkundigen, die minstens acht uur rond middernacht hebben gewerkt. In beide onderzoeken wordt de hypothese van Bhatti ondersteunt dat nachtarbeiders een verminderde capaciteit hebben om DNA-schade te repareren.

Deze onderzoeken geven ook aan dat er een connectie is tussen circulerende melatonine niveaus en het vermogen van het lichaam om DNA-schade te repareren. Wanneer lagere hoeveelheden melatonine circuleerden zag Bhatti ook dat er lagere niveaus van de biomarker 8-OH-dG waren. Eigenaardig want melatonine helpt bij de aansturing van DNA herstel. Bhatti is van mening dat bij lagere niveaus van melatonine het herstel mechanisme van het lichaam niet op optimaal niveau kan functioneren, waardoor er minder biomarkers uit DNA worden gehaald.

Bhatti’s volgende stap is het evalueren of een melatonine supplement kan helpen om de schade aan DNA te repareren bij nachtarbeiders. Zijn team is van plan om deelnemers aan het onderzoek aan een slaaplab toe te voegen, waar ze het milieu kunnen manipuleren om de nachtwerkomstandigheden na te bootsen en vervolgens het mogelijke effect van nachtrust op celniveau kunnen meten.

In de tussentijd is zijn boodschap aan nachtwerkers om een zo gezond mogelijke levensstijl te hebben. “Het is zelfs kritischer voor nachtwerkers om aan de volksgezondheidsrichtlijnen te kunnen voldoen,” zei Bhatti. “Ze moeten er zeker voor zorgen dat ze voldoende slaap krijgen, een evenwichtig dieet volgen en voldoende beweging hebben.”

Vertaling: Lia Keizer


Naar het overige nieuws en artikelen van vandaag


Omega 3 algen

Multivitamine

Spirulina

Probiotica