Hoewel het al meer dan een eeuw bekend is dat ijzer
afzettingen in de hersenen een rol spelen in de pathologie
van multiple sclerose, helpt nieuw beeldvormend onderzoek
door de Western University (London, Canada), een antwoord te
vinden op de vraag of deze ophopingen een oorzaak of een
gevolg zijn van deze ziekte. Tijdens de studie, onder
leiding van Rabi Menon PhD van het Robarts Research
Institute, werden er ijzerafzettingen gevonden in de diepe
grijze materie, wat aanduidt dat de ophoping zich zeer vroeg
in het ziekteproces voordoet. De onderzoekers vonden ook
aanwijzingen die meer twijfel opriepen over het bestaan van
de controversiële behandelingstherapie voor MS. Het
onderzoek verscheen in een vroege publicatie online in
Multiple Sclerose and Related Disorders.
Menon en promovendus Matthew Quinn gebruikten 3-Tesla
Magnetic Resonance Imaging (MRI) om 22 patiënten met
klinisch geïsoleerd syndroom (CIS) te scannen. Dit zijn
patiënten die een klinische aanval hebben gehad, tenminste
de helft van hen zal gediagnosticeerd worden met MS. De
anderen kunnen een andere ziekte hebben. Zestien jarigen en
sekse overeenkomende controles werden bestudeerd.
”We wilden weten of de ijzer afzettingen vroeg in het
proces voorkomen, of dat het iets is dat zich ophoopt in de
tijd dat de ziekte vordert,” zegt Menon, die een Canada
Research Chair in Functional Magnetic Imaging heeft. ”We
bestudeerden ook de aderen die de afvoer van de hersenen
verzorgen en we zochten naar een verband tussen de diameter
van deze aders en de ijzerstapeling. Een van de redenen om
dit te doen, was natuurlijk de door Paolo Zamboni
voorgestelde hypothese dat als je smalle halsaderen hebt dat
dit aanleiding zou kunnen geven tot extra ijzer wat op zijn
beurt kan leiden tot MS.”
De wetenschappers vonden ijzer afzettingen in de
CIS-groep die ruim boven de hoeveelheden waren van de
waarden die in de controlegroep werden gevonden. De MRI’s
onthulden voor de eerste keer ook subtiele schade aan de
witte materie van de hersenen, zelfs in dit vroege stadium.
De onderzoekers vonden ook geen verband tussen de
ijzer-afzettingen en de doorsnede van de aders.
”Terwijl het ijzer in de hersenen dus correleert met de
beperking van de personen, correleert het ijzer in de
hersenen niet met de werkelijke doorsnede van de halsaderen.
De hypothese van Zamboni is dus onjuist voor wat betreft dat
het ijzer gerelateerd is aan een of andere verstopping.”
Menon vond vernauwde aderen zowel in de controle groep als
in de CIS groep, en beide groepen hadden aan een zijde
smallere aderen dan aan de andere zijde.
Menon hoopt dat dit beeldvormend onderzoek zal leiden tot
een eerdere diagnose van MS. Hij is van plan om de
patiënten, gedurende de komende twee jaar, elke vier maanden
na te lopen, om met terugwerkende kracht te zien wat
kenmerkend is voor die patiënten die gediagnosticeerd gaan
worden met MS vergeleken met degenen die dat niet worden.
”We kijken naar een paar verschillende benaderingen van
diagnostiek met behulp van dit beeldvormend onderzoek. Bij
verdachte MS-gevallen - de allereerste keer als ze
verschijnen in de kliniek en ze een abnormaal hoge
hoeveelheid ijzer hebben in de frontale cortex van de
hersenen - is het waarschijnlijk een vrij goede aanwijzing
dat ze MS hebben of een andere ziekte in de witte materie
van de hersenen.” Dit onderzoek werd voornamelijk
gefinancierd door de Canadian Institutes of Health Research.
MS is de meest voorkomende neurologische ziekte bij jonge
volwassenen met symptomen die verlies van evenwicht,
gestoorde spraak, dubbelzien, extreme vermoeidheid en
verlamming omvatten.
Vertaald door Lia Keizer