Baby's hebben een aangeboren biologische neiging zich te
hechten aan hun verzorgers, meestal hun ouders. Maar wat
gebeurt er als baby's een nacht of meer per week weg zijn
van hun primaire verzorger, zoals gebeurt in gevallen waarin
de ouders voogdij delen maar niet samen leven?
In een nieuwe nationale studie aan de Universiteit van
Virginia ontdekten onderzoekers dat baby's die ten minste
één nacht per week weg waren van hun moeders meer onveilige
gehechtheid aan de moeder hadden in vergelijking met baby's
die minder overnachtingen hadden of hun vader alleen overdag
zagen.
De bevinding is gerapporteerd in het augustusnummer van
het Journal of Marriage and Family en online beschikbaar.
Gehechtheid wordt gedefinieerd als een blijvende, diepe,
emotionele band tussen een kind en de verzorger die zich
ontwikkelt tijdens het eerste jaar van het leven, volgens
Samantha Tornello, hoofdauteur van de studie en een Ph.D.
kandidaat in de psychologie aan de Graduate School of Arts &
Sciences U.Va. 's.
Gehechtheid tijdens dat cruciaal eerste jaar dient als
basis voor gezonde relaties later in het leven, met inbegrip
van de volwassenheid, zei Tornello.
Zij merkt op dat steeds meer ouders uit elkaar wonen
vanwege scheiding en echtscheiding. Ouders kiezen steeds
vaker voor het delen van de opvoeding van hun kinderen in
één of andere vorm van gezamenlijk gezag, en vaak moet het
rechtssysteem voogdij regelingen voorstellen voor de
kinderen van ouders die niet samenwonen.
"Rechters nemen vaak beslissingen inzake gezag zonder te
weten wat er werkelijk het beste is in belang van het kind,
op basis van psychologisch onderzoek," zei Tornello. "Onze
studie werpt de vraag op, 'Zouden baby's beter af zijn met
overnachtingen bij een verzorger of in ieder geval minder
vaak in een ander huis?'"
Tornello wees erop dat ofwel de moeder of de vader de
primaire verzorger zou kunnen zijn maar het punt is dat het
kind het best af is met een liefdevolle en aandachtige
verzorger en dat het storend is voor een zuigeling nachten
door te brengen in verschillende huizen.
"Wij zouden willen dat een kind zich hecht aan beide
ouders, maar in het geval van scheiding moet een kind ten
minste één goede stevige steun hebben," zei ze. "Het hebben
van een constante zorgverlener is belangrijk."
Tornello en haar co-auteurs op U.Va. en de Amerikaanse
Instituten voor Onderzoek, waaronder U.Va. hoogleraar
psychologie Robert Emery, analyseerden gegevens van de
Fragile Families en Child Wellbeing Study, een nationaal
longitudinaal onderzoek van ongeveer 5000 kinderen geboren
in grote Amerikaanse steden tussen 1998 en 2000. De gegevens
zijn verzameld door onderzoekers aan de Princeton University
en Columbia University en bestonden uit interviews met beide
ouders ten tijde van de geboorte van het kind en op de
leeftijd van 1 en 3. Extra thuis evaluaties van de kinderen
werden uitgevoerd toen ze 1 en 3 waren.
Van ouders die samen woonden tijdens de studie waren 6,9
procent van de baby's onder de leeftijd van 1 die bij hun
moeder woonden minstens één nacht per week bij de vader.
Onder peuters van 1 tot 3, brachten 5,3 procent tussen 1 en
35 procent van de overnachtingen door bij de vader. Een
ander 6,8 procent overnachtte 35 tot 70 procent bij de
vader.
Zuigelingen die minstens één overnachting per week weg
waren van hun moeder voelden zich onveiliger gehecht aan de
moeder dan baby's die minder nachten bij de vader verbleven
of hem alleen overdag zagen. Drieënveertig procent van de
baby's met wekelijkse overnachtingen voelden zich onveilig
bij de moeder in vergelijking met 16 procent met minder
frequente overnachtingen.
Bij kleuters waren de resultaten minder dramatisch, een
grotere hechtingsonzekerheid is verbonden met vaker
overnachtingen, maar de resultaten waren statistisch niet
betrouwbaar volgens Tornello.
"Ik zie graag baby's en peuters die stevig gehecht zijn
aan de twee ouders, maar ik ben meer bezorgd over hen die
zich aan geen van de twee ouders hechten," zei Emery,
Tornello's research adviseur.
Hij pleit voor ouderschap plannen die evolueren, waar
dagcontact met vaders veelvuldig gebeurt en overnachtingen
weg van de primaire verzorger geminimaliseerd worden in de
eerste jaren om dan geleidelijk te worden verhoogd in de
voorschoolse jaren.
"Als moeders en vaders geduldig kunnen zijn en
samenwerken bij de ontwikkeling van hun kinderen kunnen
dergelijke veranderende plannen werken voor zowel kinderen
als ouders," zei hij.
Vertaling: Andre Teirlinck