STANFORD, Californië — Langdurige stress en angst tijdens
de kindertijd is een risicofactor voor het ontwikkelen van
angststoornissen en depressie op latere leeftijd. Stanford
University School of Medicine heeft nu aangetoond dat door
het meten van de grootte en connectiviteit van een deel van
de hersenen, dat geassocieerd is met de verwerking van
emotie - de amygdala - , ze de mate van angst kunnen
voorspellen die een jong kind ervaart in het dagelijkse
leven.
Zij vonden dat hoe groter de amygdala en hoe sterker de
verbindingen met de andere delen van de hersenen zijn, die
betrokken zijn bij de perceptie en de regulering van emotie,
hoe groter de mate van angst dat een kind ervoer.
De bevindingen betekenen niet dat een jong kind met een
vergrote en zeer verbonden amygdala noodzakelijkerwijs een
stemmingsstoornis gaat ontwikkelen, zegt Vinod Menon, PhD,
hoogleraar psychiatrie en gedragswetenschappen en senior
auteur van de studie, die online gepubliceerd zal worden op
20 november in Biological Psychiatry.
”We zijn nu niet op een punt waar we deze bevindingen
kunnen gebruiken om bij een kind de kans op het ontwikkelen
van stemmings- en angststoornissen tijdens volwassen
leeftijd kunnen voorspellen, maar het is een belangrijke
stap in het identificeren van jonge kinderen met een risico
op klinische angst,” zegt Menon.
Deelnemers aan de studie waren 76 kinderen in de leeftijd
van 7 - 9 jaar. ”Om de cognitieve emotionele evaluaties
betrouwbaar te laten zijn is 7 jaar wel de minimale
leeftijd,” zei Menon, die lid is van de Child Health
Research Institute in Stanford. ”Maar de veranderingen in de
amygdala kunnen eerder zijn begonnen.”
De ouders van de kinderen in de studie vulden de
Childhood Behavior Checklist in, een standaard maatstaf van
een kind’s algemene cognitieve, sociale en emotionele
welzijn. Alle kinderen in de studie ontwikkelden zich
normaal, zonder geschiedenis van neurologische of
psychiatrische stoornissen, en gebruikten geen medicijnen.
Geen van de kinderen in de studie ervoer in hun dagelijkse
leven zoveel angst dat zij als klinisch angstig konden
worden beschouwd.
De onderzoekers vergeleken de resultaten van de
beoordelingsgegevens van de grootte en connectiviteit van de
hersenen van elk kind om hun conclusies te trekken.
Angst is een gemeenschappelijke emotionele reactie op
stress. Het helpt ons normaal gesproken om met moeilijke
situaties om te kunnen gaan. Maar aanhoudende angst kan
leiden tot aandoeningen zoals fobie, posttraumatische stress
stoornis en een algemene angststoornis.
Studies van volwassenen die lijden aan angststoornissen
hebben aangetoond dat ze vergrootte en sterk verbonden
amygdalae bezitten. Tijdens onderzoek met proefdieren,
geplaatst in een omgeving die chronische spanning opriep, is
vastgesteld dat de amygdalae van de dieren met extra
synapsen groeiden en de synaptische connectiviteit steeg na
de verkregen aanhoudende angst.
De amygdala is een evolutionair primitief deel van de
hersenen en ligt diep in de temporale kwab. Het bestaat uit
verschillende subregio’s geassocieerd met verschillende
aspecten van het waarnemen, leren en reguleren van emoties.
De basolaterale amygdala, een subgebied dat belangrijk is
voor de verwerking van emotie-gerelateerde sensorische
informatie en voor de communicatie met de neocortex - het
evolutionair nieuwere deel van de hersenen - is specifiek de
plek waar Shaozheng Qin, PhD, een postdoctorale onderzoeker
en hoofdauteur van de studie, de vergroting ontdekte.
Vertaling: Lia Keizer