RUB artsen onderzoeken hoe verschillende stoffen
gliacellen beïnvloeden.
Artsen aan de 'Ruhr Universität Bochum' (RUB) hebben
onderzocht hoe anti epilepsie medicijnen zich gedragen
i.v.m. ontstekingseigenschappen - een effect waarop deze
farmaceutische middelen meestal niet getest zijn. Eén van de
geteste stoffen verergerde ontstekingen terwijl een ander
hen afremde. Daar ontstekingsreacties in de hersenen de
onderliggende oorzaak van epileptische aandoeningen kunnen
zijn is het essentieel om de trigger van de ziekte te
onderzoeken bij de keuze van de geneesmiddelen voor
behandeling, besluiten de onderzoekers. Ze publiceerden hun
rapport in het tijdschrift 'Epilepsia'.
Gliacellen spelen een cruciale rol in het zenuwstelsel.
Hannes Dambach van de afdeling 'Neuroanatomy and
Molecular Brain Research' onderzocht samen met een team van
collega's hoe anti epilepsie medicijnen de overleving van
gliacellen beïnvloeden. Gliacellen zijn de grootste celgroep
in de hersenen, ze zijn cruciaal voor het leveren van
voedingsstoffen aan neuronen en beïnvloeden immuun- en
ontstekingsreacties . De vraag hoe gliacellen worden
beïnvloed door anti epilepsie medicijnen was eerder nooit
grondig bestudeerd. De RUB werkgroep 'Clinical
Neuroanatomy', onder leiding van prof. dr. Pedro Faustmann,
analyseerde vier stoffen: valproïnezuur, gabapentine,
fenytoïne en carbamazepine.
Vier anti epilepsie medicijnen beïnvloeden de gliacellen
verschillend.
Gliacellen behandeld door de onderzoekers met
valproïnezuur en gabapentine hadden betere overlevingskansen
dan diegenen behandeld met fenytoïne en carbamazepine.
Echter had carbamazepine ook een positief effect: het
verminderde ontstekingsreacties. Valproïnezuur daarentegen
veroorzaakte ontstekingen. In hoeverre de anti
epilepsiemedicijnen de ontstekingen beïnvloedden hing ook af
van de toegepaste dosissen. Nu weten wij dat verschillende
geneesmiddelen de gliacellen beïnvloeden - en daarmee ook
indirect de neuronen - op verschillende manieren.
Ontstekingsreacties zouden moeten in aanmerking genomen
worden bij klinische studies.
"Klinische studies moeten niet alleen gericht zijn op de
vraag in hoeverre anti epilepsie medicijnen van invloed zijn
op de ernst en frequentie van epileptische aanvallen", zegt
Pedro Faustman . "Het is ook noodzakelijk om ze te testen
met betrekking tot hun rol bij ontstekingsreacties in het
centrale zenuwstelsel. "Zo kunnen de artsen rekening houden
met de onderliggende ontstekingsaandoeningen bij het
selecteren van het juiste anti epilepsie medicijn.
Epilepsie kan verschillende oorzaken hebben.
In Duitsland lijdt tussen de 0,5 en 1 procent van de
bevolking aan epilepsie voor dewelke behandeling vereist is.
De ziekte kan vele oorzaken hebben: erfelijke aanleg,
aandoeningen van het centrale zenuwstelsel na meningitis ,
traumatisch hersenletsel en beroerte. Ontstekingsreacties
kunnen ook worden veroorzaakt door schade aan de hersenen.
Vertaling Andre Teirlinck