Het gebruik van de hormonale anticonceptiepil kan
jaloezie onder vrouwelijke gebruikers aanzienlijk
beïnvloeden en verergeren. Evolutionair psycholoog Kelly
Cobey bestudeerde de effecten van het gebruik van de pil op
jaloeziegevoelens en op de onderlinge competitie tussen
vrouwen. Ze promoveert 5 september op dit onderzoek in de
Gedrags- en Maatschappijwetenschappen.
Uit het onderzoek van Cobey blijkt dat vrouwen in een
vaste relatie jaloerser zijn als ze de pil gebruiken en dat
het gebruik van sommige soorten anticonceptiepillen tot meer
reactieve jaloezie leidt dan andere soorten. De negatieve
effecten blijven niet beperkt tot de vrouwelijke gebruikers:
mannelijke partners blijken vrouwen aantrekkelijker te
vinden als ze een natuurlijke cyclus hebben en relatief
gezien minder aantrekkelijk als ze de pil gebruiken.
Anticonceptie en hormonen
De anticonceptiepil reguleert het niveau van oestrogeen,
progesteron en andere hormonen die een rol spelen in de
menstruatiecyclus van de vrouw. Hoewel er uitgebreid
onderzoek is gedaan naar de sociale effecten en de fysieke
bijwerkingen van de pil, is er veel minder met zekerheid
bekend over de psychologische bijwerkingen. Tijdens een
natuurlijke cyclus zijn vrouwen grotendeels niet-vruchtbaar
en zijn ze alleen midden in de cyclus korte tijd vruchtbaar.
Bekend is dat vrouwen tijdens deze periode een andere
partnervoorkeur of ander gedrag kunnen vertonen. Het meest
voor de hand liggende biologische mechanisme achter deze
transitie, de schommeling in hormonen, wordt onderdrukt door
de anticonceptiepil. Het onderzoek van Cobey is het eerste
uit een reeks onderzoeken waarin specifiek wordt gekeken
naar correlaties tussen het gebruik van de anticonceptiepil
en één mogelijke bijwerking: jaloezie.
Vruchtbaarheid vaststellen
Cobey maakte gebruik van transvaginale echografie om de
exacte veranderingen bij vrouwen van niet-vruchtbaar naar
vruchtbaar vast te stellen. Daarna moesten de deelnemers aan
het onderzoek tijdens de nauwkeurig vastgestelde perioden in
de cyclus vragen beantwoorden over gedrag en jaloezie. De
vrouwen werden gevolgd zowel tijdens het gebruik van de pil
als wanneer ze de pil niet gebruikten, in de niet-vruchtbare
en de vruchtbare periode. Ook de mannelijke partners werd
gevraagd hun gedrag en het verloop van de relatie in de
gaten te houden, om de effecten te testen van zowel de
menstruatiecyclus als het pilgebruik op de perceptie van hun
relatie.
Oestrogeen en jaloezie
Uit de resultaten blijkt dat vrouwen meer jaloezie
ervaren tijdens de periode van vruchtbaarheid midden in de
cyclus als ze de pil niet gebruiken. Cobey concludeert dat
deze correlatie robuust is, omdat deze in verschillende
culturen wordt gevonden, ongeacht leeftijd of relatie.
Vrouwen die de pil gebruiken ervaren jaloezie in dezelfde
mate als tijdens de vruchtbaarheidsperiode in de natuurlijke
cyclus. Voor de verschillende soorten anticonceptiepillen
werd er een correlatie gevonden tussen toegenomen jaloezie
en het gebruik van pillen met een hogere dosis synthetische
oestrogeen. Vooral deze pillen kunnen dus van invloed zijn
op intieme relaties door veranderingen in het gedrag als
gevolg van jaloezie. De algemene conclusie van Cobey is dat
elke verandering in het patroon van pilgebruik sinds het
begin van de relatie waarschijnlijk tot meer jaloezie zal
leiden.
Verminderde wederzijdse aantrekkelijkheid
Een specifiek onderdeel van het onderzoek was gericht op
de effecten van pilgebruik op de perceptie van
aantrekkelijkheid binnen relaties. Uit verschillende
psychologische testen is gebleken dat mannen vrouwen
aantrekkelijker vinden als ze vruchtbaar zijn. Cobey
concludeert ook dat mannelijke partners hun vrouwelijke
partners aantrekkelijker vinden tijdens hun vruchtbare
periode, maar concludeert ook dat mannen vrouwen minder
aantrekkelijk vinden als ze de pil gebruiken. Verder blijkt
dat de eigen perceptie van de man voor wat betreft
aantrekkelijkheid toeneemt als hun vrouwelijke partner een
natuurlijke cyclus heeft. De vrouwelijke partners
rapporteren geen veranderingen in de eigen perceptie van
aantrekkelijkheid gedurende hun cyclus of als gevolg van
pilgebruik.
Evolutionaire bijwerkingen
De evolutionaire psychologie gaat ervan uit dat
fysiologische kenmerken, zoals de natuurlijke
hormoonhuishouding van de vrouw, het resultaat zijn van
natuurlijke selectie en het individu helpen om te overleven
en zich voort te planten. Cobey onderzocht een link tussen
jaloezie en onderlinge competitie tussen vrouwen, omdat ze
vermoedde dat meer competitiviteit tijdens de vruchtbare
periode vrouwen kan helpen om betere partners te vinden om
zich mee voort te planten. Haar resultaten onderschrijven
dit niet. Deelnemers aan dit onderzoek rapporteerden
toegenomen jaloezie tijdens de vruchtbare periode, maar er
was geen vergelijkbare toename in competitiviteit tijdens
deze periode. De resultaten wezen zelfs op minder
competitiviteit tijdens pilgebruik, dat mogelijk kan worden
verklaard door een verlaagd testosterongehalte. De pil
verlaagt het testosterongehalte, terwijl tijdens een
natuurlijke cyclus geen veranderingen optreden in het
testosterongehalte. Cobey concludeert dat het
waarschijnlijker is dat de schommelingen in jaloezie een
evolutionaire bijwerking zijn van cyclische veranderingen in
seksuele begeerte in plaats van competitief gedrag tussen
vrouwen.
Sociale boodschap
Cobey denkt dat haar onderzoek relevant is voor artsen en
andere professionals die de anticonceptiepil voorschrijven
of advies over anticonceptie geven aan vrouwen en paren. “De
anticonceptiepil heeft haar waarde bewezen als een prachtig
sociaal instrument. Omdat de pil zoveel voordelen heeft,
zijn vrouwen bereid om minder belangrijke negatieve effecten
te accepteren. Er blijken echter subtiele bijwerkingen te
zijn die van invloed kunnen zijn op de relatie en op het
gedrag, en vrouwen worden zelden ingelicht over deze
bijwerkingen als ze naar een arts gaan. Ik presenteer nu
bewijzen dat er goede redenen zijn om aandacht te besteden
aan deze bijwerkingen en om de potentiële gevolgen nader te
onderzoeken.”