In een artikel in Medical Hypotheses op 20 september
heeft een in New York gevestigde arts-onderzoeker, van de
Touro College of Osteopathic Medicine, aangedrongen op het
testen van het niveau van een groei-eiwit in
navelstrengbloed dat zou kunnen helpen bij het voorspellen
van ontwikkeling van autisme bij zuigelingen.
Gebaseerd op een analyse van bevindingen in eerdere
publicaties, stelt Touro onderzoeker Gary Steinman, MD, PhD,
dat de lage niveaus van een eiwit, insuline-achtige
groeifactor (IGF) genaamd, zou kunnen dienen als een
biomarker die het ontstaan van autisme zou kunnen voorzien.
Zijn onderzoek wijst op vele eerdere studies die IGF
sterk linken met groei in aantal en neurale functies. Dr.
Steinman - die ook uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar
vruchtbaarheid en tweelingen - wijst verder ook op
borstvoeding als een relatief overvloedige bron van
eiwitten. Hij zegt dat door borstvoeding geleverde IGF zou
compenseren bij eventuele aangeboren deficiëntie van de
groeifactor bij pasgeborenen.
Indien de IGF-autisme hypothese door verdere studie wordt
bevestigd, geeft Dr. Steinman aan, dan zou een verhoging van
de tijd dat borstvoeding gegeven wordt in verband kunnen
worden gebracht met een verminderde incidentie van autisme.
”Door het beoordelen van ons eigen onderzoek, samen met
tientallen andere relevante studies, zijn er goede
argumenten dat IGF - bekend om de sterke betrokkenheid bij
de normale groei en ontwikkeling van baby’s hersencellen -
ook dient als biomarker voor autisme,” dit volgens Dr.
Steinman.
”Dit leidt tot twee conclusies. Ten eerste moeten we deze
hypothese serieuzer beoordelen door het uitvoeren van
navelstrengbloed tests die neonatale niveaus van deze
groeifactor meten en vervolgens deze resultaten vergelijken
met resultaten tegen het uitbreken van toekomstig autisme in
het opgroeiende kind.”
”Ten tweede, degenen die de hypothese omarmen dat IGF
inderdaad een biomarker van autisme is moeten aansporen tot
het geven van borstvoeding en dit ook bepleiten als een zeer
toegankelijk middel om de natuurlijk niveaus van het eiwit
aan te vullen bij een zuigeling.”
Dr. Steinman zegt dat als de aangeboren aanvoer van IGF
bij een pasgeborene te laag blijkt te zijn dat het kind
extra hoeveelheden van het eiwit kan ontvangen - via de
borstvoeding of via andere betrekkelijk eenvoudige middelen
- dat het vervolgens zou kunnen bijdragen aan meer-effectief
functioneren van de hersenen als de baby zich ontwikkelt tot
een actief kind.
Dr. Steinman zegt dat als IGF uiteindelijk aangewezen wordt
als biomarker voor de latere verschijning van autistische
kenmerken zouden onderzoekers verplicht zijn om snel te
handelen d.m.v. een eenvoudige biomarker bloedtest om de
eiwitniveaus vast te kunnen stellen.
Indien dit wordt bevestigd, zou Dr. Steinman’s theorie
ook kunnen wijzen op mogelijke risico’s voor zwangere
vrouwen en vrouwen in de vruchtbare leeftijd, geassocieerd
met de inname van geneesmiddelen die IGF niveaus verlagen,
zoals Somavert ® , Sandostatine ® , Parlodel ® en een aantal
experimentele IGF receptor antagonisten.
IGF stimuleert speciale hersencellen die voorzien in
essentieel isolatiemateriaal myeline genaamd, rond de
ontwikkeling van zenuwen. Het materiaal helpt om belangrijke
berichten efficiënt over te brengen van wat de hersenen
allemaal controleren - van lichamelijk functies zoals
beweging tot mentale functies, zoals zintuiglijke
waarneming, denken en emoties.
In de ontwikkelende foetale en pediatrische hersenen,
helpt myeline ook de zenuwvezels om in een bepaald gebied
van de hersenen juiste paden te vormen naar andere gebieden,
waardoor het lichaam, met de tijd, functies aan kan
scherpen. Onvoldoende IGF resulteert in onvoldoende
isolatiemateriaal, een fenomeen dat aangetroffen wordt in de
hersen biopten van autistische personen, en het kan de
ontwikkeling van een juiste route belemmeren.
Volgens het gesuggereerde bloedonderzoek van Dr. Steinman
zou een steekproef gedaan moeten worden door IGF in
navelstrengbloed te meten die onmiddellijk na de geboorte
wordt verzameld. Artsen kunnen ook gebruik maken van de
routine in de meeste Amerikaanse ziekenhuizen, bloedmonsters
verkregen via hielprik, die al binnen een dag of twee na de
geboorte worden verzameld om te testen op aangeboren
stofwisselingsziekten. Gegevens die bij de geboorte worden
verzameld zouden vergeleken moeten worden met een
neurologische evaluatie van de baby bij 18 tot 36 maanden.
Dr. Steinman adviseert dat als toekomstig onderzoek een
verband bevestigd tussen IGF en autisme, dat er een nieuwe
fase van onderzoek moet komen die gericht is op het opsporen
van mogelijk gedaalde IGF niveaus in vruchtwater tijdens het
tweede trimester van de zwangerschap. Dit kan worden gevolgd
door aanvulling van de groeifactor voordat symptomen van
autisme zich ontwikkelen.
Hoewel moedermelk als overvloedige natuurlijke bron van
IGF dient kan dit ook worden verkregen via koemelk of
aangevuld worden via verschillende drinkbare vloeistoffen.
”Autisme eist een enorme menselijk tol, dan noem ik nog
niet eens de aanzienlijke economische impact op gezinnen,”
zei Dr. Steinman. ”Deze bevindingen geven een krachtige
boodschap af aan de onderzoeksgemeenschap. Ons onderzoek
wijst consequent op een verband tussen IGF en autisme. De
medische gemeenschap moet deze ogenschijnlijke verbinding
zeer zeker onderzoeken en dit voor eens en altijd
bevestigen. Zoals we allemaal heel goed weten zou de wereld
onnoemlijke voordelen behalen door manieren op te sporen, te
behandelen en uiteindelijk deze ziekte zien te voorkomen.”
Vertaald door Lia Keizer