Een artikel van Dr. Woodrow Monte
Gepensioneerd professor in voedingswetenschappen
Ik geloof dat aspartaam vergif is omdat het wordt omgezet
in vergif zodra het wordt geconsumeerd. Het essenti van mijn
bezwaar tegen de zoetstof is dat er uit iedere
molecule een molecule methanol vrijkomt die, op zijn beurt,
weer wordt omgezet in
formaline.
Formaline is carcinogeen (het veroorzaakt kanker) en
methanol is teratogeen (het veroorzaakt geboorteafwijkingen.
Mensen zijn gevoeliger voor methanolvergiftiging dan
ieder ander levend wezen. Deze gevoeligheid kan zelfs een
factor 100 groter zijn dat bij de gemiddelde laboratorium
rat, met grote individuele verschillen. Er is een geval
bekend waarbij iemand stierf na het gebruik van 2 theelepels
methanol. Een hoeveelheid van slecht 10 ml methanol wordt
geacht giftig te zijn voor mensen (.09 gm/kg). Terwijl het
menselijke equivalent van meer dan ongeveer één liter nodig
zou zijn om de gemiddelde laboratorium rat te doden (9
gm/kg). Zelfs de giftige dosis voor apen is 3-6 gm/kg.
Methanol is in feite, in praktisch alle opzichten alleen
vergif voor de mens. Wat hier belangrijk is dat deze factor
100 [.09gm/kg versus 9 gm/kg] gebruikt had moeten worden om
alle teratogene en toxologische gegevens af te leiden,
voordat aspartaam werd toegestaan in de voedselketen, om
rechtvaardig te zijn ten opzichte van diegenen die er
gevoelig voor zijn. Dat is nooit gebeurd.
Er zijn nu twee duidelijke historisch belangrijke
periodes geweest waarin de buitensporige gevoeligheid voor
methanolgebruik van de mens krachtig werd ontkend,
voornamelijk door economische afwegingen. De eerste werd
uitgevochten in wetenschappelijke tijdschriften uit begin
20er jaren. Het duurde tot 1940 en duizenden doden, voordat
een Scandinavische wetenschapper Oluf Roe het definitieve
artikel schreef waardoor de voedingsindustrie stopte met het
gebruik van methanol als additief. Die strijd werd
uitgevochten zonder enige tussenkomst van pressiegroepen. Ik
ben er zeker van dat zonder de huidige, al lang bestaande
kolossale economische druk om methanol veilig te verklaren,
we nu de waarheid zouden weten over dit speciaal voor mensen
buitengewone vergif.
Er bestaat een enzym (catalase) dat, in tegenstelling tot
mensen, in de lever van alle dieren kan worden gevonden. Dit
enzym heeft de mogelijkheid methanol direct om te kunnen
zetten in mierenzuur, waardoor weefsels beschermd wordt
tegen formaline. Wij kunnen niet anders dan alle methanol om
te zetten in formaline. Mensen hebben wel catalase
(peroxydase, enzym) maar het is niet in staat om methanol om
te zetten. Wat dit scenario nog ingewikkelder maakt is dat
het enzym (ADH) dat wij hebben voorkomt in veel
verschillende cellen in ons lichaam (niet alleen in onze
lever). Hierin komen grote individuele verschillen voor in
de plaats, verdeling en concentratie van dit enzymen.
Daardoor vindt omzetting van methanol bijna overal in ons
lichaam plaats. Waarom is dat zo? We hebben er geen
verklaring voor, maar het is één van de redenen waarom
mensen, en alleen mensen methanol moeten beschouwen als
vergif.
Het strijdpunt over methanol bestaat al gedurende 5
generaties wetenschappers. Het eerste betrouwbare
wetenschappelijke rapport over mensen die blind werden of
dood gingen door kleine hoeveelheden methanol verscheen aan
het eind van de 19e eeuw. Deze overtuigende rapporten in
medische tijdschriften werden beschouwd als onzin en kortaf
afgewezen door de toxicologische gemeenschap. De verklaring
voor het afwijzen van dit "anekdotische" bewijsmateriaal was
dat de dood veroorzaakt zou zijn door verontreiniging van de
methanol, niet door de methanol zelf. Het is
betreurenswaardig dat honderden (misschien wel duizenden)
mannen, vrouwen en kinderen tijdens de eeuwwisseling blind
zijn geworden of stierven toen methanol voor het eerst
opzettelijk als voedingsadditief werd gebruikt. Industriële
vernieuwingen maakten een smaakloze, reukloze vorm mogelijk
van methanol (methylalcohol). Om geld uit te sparen werd het
gebruik om luxe artikelen te maken als vanille extract en
smaakstoffen.
Net zoals nu werd beweerd dat dit "veilig" zou zijn. Hier
was geen sprake van een samenzwering, de top wetenschappers
beschouwden methanol op wettige wijze veiliger dan ethanol
(ethylalcohol). Het was al sinds het midden van de 18e eeuw
bekend dat proefdieren zouden sterven door ethanol lang voor
dat dat zou gebeuren door methanol. Ratten, honden, katten,
vogels en apen konden allemaal grote hoeveelheden methanol
gebruiken zonder dat dat effect had, er was absoluut geen
uitzondering. Alle geteste dieren overleefden hoge doses
methanol. Er waren toen en nu geen diermodellen die
herhaalden wat ontdekt zou zijn, na veel tragisch menselijk
lijden, namelijk de grote menselijke gevoeligheid voor
methanol. Methanol is een chemisch Trojaans paard. Het lot
van de spijsvertering bij mensen is dat het wordt omgezet in
formaline. Methanol,(het kleinste alcohol deeltje) passeert
gemakkelijke iedere biologische barrière. Formaline kan niet
uit zich zelf komen waar de methanol molecule het kan
brengen. Het is één toxicologische nachtmerrie.
Men vertelt ons de leugen dat methanol alomtegenwoordig
is in het normale dieet. Ik heb dit onderwerp nu al
gedurende enige tijd bestudeerd en ik kan als opgeleid
voedingswetenschapper, met zekerheid zeggen, dat in de
natuur methanol wordt gebruikt, maar in kleine hoeveelheden.
De gemiddelde opname bij een volwassene, voordat aspartaam
werd geïntroduceerd, was minder dan 10mg per dag, terwijl de
meeste dagen niet meer dan 2 mg of minder werd benaderd. E
liter sinaasappel limonade bevat meer dan 90 mg methanol.
Mijn artikel van meer dan 22 jaar geleden, gaat hier in
detail op in. In rood vlees, brood, rijst, vis, kip of bijna
alles wat we normaal in grote hoeveelheden eten komt geen
methanol voor. Methanol komt voor in onderstaande producten
en behalve in nauwelijks meetbare hoeveelheden, nergens
anders.
De enige belangrijke bronnen van methanol in het dieet:
1. Met aspartaam (Equal) gezoete voeding, de
belangrijkste bron van methanol in het dieet.
2. In bij hoge temperatuur ingeblikt fruit, vruchtensap
en groenten. (Ontstaan door de behandeling bij hoge
temperatuur van pectine).
3. Tomaten- en zwarte bessen- en sommige andere sappen
(zie mijn artikel uit 1984)
4. Roken of passief meeroken
5. Luchtvervuiling in gebieden waar methanol als
brandstof of als toevoeging aan brandstof wordt gebruikt.
6. Pectine die in de darm wordt afgebroken (zelden zonder
ethanol bijproducten
7. Wanneer groenten gedurende zeer lange tijd worden
gekookt (hoewel er veel methanol met de stoom verloren
8. Alcoholische dranken (Ethanol werkt als bescherming en
voorkomt dat methanol wordt omgezet in formaline
In mijn artikel uit 1984, "Aspartame: Methanol and the
Public Health", verklaarde ik: "We weten niets van mutagene,
teratogene of carcinogene effecten van methylalcohol bij
mens of zoogdier". Het jaar nadat mijn artikel werd
gepubliceerd in het Tijdschrift voor Toegepaste Voeding,
werd er vastgesteld dat methanol geboorteafwijkingen
veroorzaakte (1985). Methanol werd geclassificeerd als
mogelijk teratogeen voor het veroorzaken van
geboorteafwijkingen van het ruggenmerg. De lijst van
teratogene scheikundige verbindingen is kort evenals de
lijst van stoffen, die in het bijzonder schade aan het
ruggenmerg veroorzaken, zoals spina bifida.
De omvang van de geboorteafwijkingen van het ruggenmerg,
spina bifida, nam in de Verenigde Staten in belangrijke mate
toe van 1992 tot 1995. Toen stelde de FDA (Food and Drug
administration) in 1996 verplicht dat alle verrijkte
graanproducten in het vervolg foliumzuur moest bevatten.
(Een zeer ongebruikelijke stap, daar, tot die tijd,
foliumzuur de enige vitamine was waar de FDA de consumptie
van beperkte. Het Centrum voor Controle op ziekte (CDC) gaf
de aanbeveling dat alle zwangere vrouwen in de Verenigde
Staten de hoeveelheid foliumzuur zouden verhogen tot 400
microgram per dag, om defecten van het ruggenmerg te
voorkomen. Zoals ik al aangaf in mijn artikel uit 1984,
wordt foliumzuur hoofdzakelijk door het lichaam gebuikt om
het enige bescherming te bieden voor de metabolieten van
methanol, en voor weinig anders. Sinds de verhoging van
foliumzuur een feit is blijkt dat tenminste 50% van het
aantal geboorteafwijkingen van het ruggenmerg is voorkomen.
Hoe veel meer zouden er voorkomen zijn door het verwijderen
van wat nu de grootste bron van teratogeen methanol in
voeding is... aspartaam?
Methanol wordt in het laboratorium altijd aangemerkt als
giftig en we worden gewaarschuwd dat "het niet veilig
gemaakt kan worden" en dat het niet verdragen wordt door de
weefsels van een foetus" --- Er zijn maar weinig vergiften
zo duivels als formaline, toch zijn er die zonder scrupules
hebben aangemoedigd dat zwangere vrouwen en kinderen dit
mochten gebruiken, de meest kwetsbare groep uit onze
samenleving. Het is waar dat methanol in de natuur wordt
gevonden, maar dat is ook het geval met de dood.
De krachten die zich tegen de eerlijke oplossing van de
methanol controversie keren zijn veel te groot om te
vertrouwen op het normale proces van een serieuze dialoog
tussen wetenschappers. Van methanol moet bewezen worden dat
het veilig is, als deze heerszuchtige meedogenloze
voedingsindustrie, die het wil verkopen voor voeding of
macht, hun zin willen hebben. Er is geen waardige
verdediging voor het ondersteunen van de veiligheid en de
gemeenschappelijke voorstanders van voorzichtigheid werden
door een proces gewaarschuwd te zwijgen. Diegenen die
geleerd hebben "het belangrijkste punt is geen schade toe te
brengen" zijn bereid geweest hun talenten in oplichterij om
te zetten, om hun verafgode bewakers te behagen. Het is tijd
dat er iemand komt die handelt in het openbare belang. Het
is tijd voor ons om onze verliezen te berekenen en lering te
trekken uit deze vreselijke, verschrikkelijke vergissing.
Woodrow C. Monte Ph.D.
Professor of Food Science (gepensioneerd)
Riverton, New Zealand
Teratologisch belangrijke artikelen
Nelson, B.K., W.S. Brightwell, D.R. MacKenzie, A. Khan,
J.R. Burg, W.W. Weigel, and P.T. Goad. (1985). Teratological
Assessment of methanol and ethanol at high inhalation levels
in rats. Fundamental and Applied Toxicol 5: 727-736.
Sakanashi, T. M , J.M. ,Rogers, S.S., Fu, L.E., Connelly
and C.L., Keen, (1996) Influence of Maternal Folate Status
on the Developmental Toxicity of and in the CD-1 Mouse
Teratology 54:198-206
Bolon, B., F. Welsch, and K.T. Morgan.
(1994).Methanol-induced neural tube defects in
mice:Pathogenesis during neurulation. Teratology 49:497-517.
Bolon, B., D.C. Dorman, D. Janszen, K.T. Morgan, and F.
Welsch. (1993). Phase-specific developmental toxicity in
mice following maternal methanol inhalation. Fund. Appl.
Toxicol.21:508-516.