Shenzhen, China - Het MetaHIT consortium, bestaande uit
Institute National de la Recherche Agronomique (INRA),
University of Copenhagen, BGI en andere instituten heeft de
microbiële samenstelling van de darm onderzocht in een
cohort van 123 niet-obese en 169 obese Deense personen. Deze
studie toonde voor het eerst aan dat er onder de bevolking
onderscheid gemaakt kan worden tussen 2 groepen van
individuen middels de rijkdom van de darmflora. De laatste
resultaten werden vandaag online gepubliceerd in Nature.
Obesitas, bekend als ‘de moderne beschaafde ziekte’, is
wereldwijd een belangrijke, te voorkomen doodsoorzaak die de
kans op verschillende ziekten vergroot, met name
hartziekten, diabetes type 2 en andere ziekten. Er staat
gemeld dat de obesitas-epidemie kan zorgen voor meer dan 700
miljoen obese mensen in 2015 en verder zal blijven groeien.
Elk van onze darmen is gekoloniseerd door meer dan 3 pond
micro-organismen. Steeds meer blijkt dat onze ‘andere’
genoom, microbiome, grotere gevolgen kunnen hebben op het
ontstaan van obesitas.
In deze studie analyseerden de onderzoekers de darm
bacteriële samenstelling van 292 Deense volwassenen door een
nieuwe analytische benadering ‘kwantitatieve metagenomica’
genaamd. Ze vonden twee groepen individuen die verschillen
door het aantal darm microbiële genen en dus darm bacteriële
rijkdom. Een kwart van de cohort is ‘arm’ in bacteriën (lage
bacteriële rijkdom) terwijl de rest ‘rijk’ is (hoge
bacteriële rijkdom); personen met een laag gehalte omvatten
een aanzienlijk groter deel van de obese deelnemers en waren
als groep gekarakteriseerd door een meer merkbare
adipositas.
Uit hun verdere inspanningen is gebleken dat de ‘lage
rijkdom’ microbiota een hoger percentage pro-inflammatoire
bevat en een lager percentage van anti-inflammatoire
bacteriële species dan de ‘hoge bacteriële rijkdom’. De twee
groepen konden bijna perfect gestratificeerd worden met
weinig bacteriën, wat suggereert dat eenvoudige moleculaire
diagnostische tests, gebaseerd op de darm microbiome,
ontwikkeld kunnen worden om personen te identificeren die
risico lopen op vergelijkbare morbiditeit.
Bij vergelijking van de twee groepen ontdekten ze dat
mensen met een ‘lage rijkdom’ microbiota meer lichaamsvet
hadden en een mindere gezondheid; ze zijn meer resistent
tegen de werking van insuline, hebben ongunstig veranderde
bloedlipiden en vertonen verhoogde bloedspiegels van
ontstekingsmarkers en witte bloedcellen. Het zorgt bij hun
voor een verhoogd risico op diabetes type 2 en
cardiovasculaire aandoeningen.
Interessant is dat de onderzoekers ook waarnamen dat
zwaarlijvige mensen uit de ‘lage rijkdom’ groep gedurende de
laatste negen jaren gemiddeld aanzienlijk meer gewicht
opdeden dan de ‘hoge rijkdom’ groep. Er werden acht
bijzondere bacteriële soorten geïdentificeerd op basis van
hun mogelijke beschermende rol tegen gewichtstoename. Deze
bevindingen kunnen leiden tot de ontwikkeling van nieuwe
medische therapieën voor de bestrijding van gewichtstoename.
Obesitas draagt in belangrijke mate bij aan een aantal
van de belangrijkste doodsoorzaken, en leidt tot een
wereldwijde metabole gezondheidscrisis. Het onderzoek biedt
een solide bewijs dat studies naar veranderingen in de
‘andere’ genoom, subgroepen definieert van volwassen
individuen met verschillende metabole risicoprofielen en die
daardoor bijdragen tot de ontwikkeling van gestratificeerde
benaderingen voor de behandeling en preventie van
wijdverspreide obesitas, hart- en vaatziekten, beroerte,
diabetes en sommige geassocieerde vormen van kanker.
Vertaling: Lia Keizer